Inzet Nationale Reddingsvloot bij overstromingen door geruzie onzeker
De toekomst van de Nationale Reddingsvloot, die bij overstromingen uitrukt, is uiterst onzeker. Minister Van der Steur ruziet met de 25 veiligheidsregio's over de vraag wie de reddingsvloot moet betalen.
De deadline van 1 juni is inmiddels verstreken. Op die datum wilde Reddingsbrigade Nederland, waar de reddingsvloot een onderdeel van is, duidelijkheid over het geld. Komt dat er niet dan stoppen de investeringen en moet de vloot worden afgebouwd. Een kapitaalvernietiging van miljoenen, zegt de organisatie.
"Ongelooflijk vervelend dat de reddingsbrigade nog niets weet", zei Van der Steur na afloop van de ministerraad.
Van der Steur draait per 1 januari 2017 de geldkraan dicht voor de Nationale Reddingsvloot. Hij wil dat de gemeenten in de veiligheidsregio's de kosten op zich nemen. Maar die zijn dat na twee jaar onderhandelen nog steeds niet van plan. De kosten voor de calamiteitenvloot bedragen 770.000 euro per jaar.
Tegen het advies van de minister in diende de VVD samen met de SP een motie in die de minister oproept voor eind mei 2016 een oplossing te forceren. De Tweede Kamer steunde die motie. Van der Steur vraagt de Kamer meer tijd om verder te kunnen onderhandelen.
"Ik ga mijn inspanningen extra versterken om dit tot een goed einde te brengen", zegt de minister. "Maar de reddingsbrigade moet ook zelf in beweging komen. Zij moeten met de veiligheidsregio's die gesprekken voeren. Ik hoef alleen toe te zien of die afspraken worden gemaakt."
Van der Steur zegt dat al vijf jaar duidelijk is dat de gemeenten vanaf 2016 voor de kosten zouden moeten opdraaien. De Rijksoverheid heeft de kosten voor 2016 op zich genomen om de gemeenten meer tijd te geven, zegt Van der Steur.