Indiase hindoes schuldig aan moord op moslims in 2002
Een rechtbank in India heeft 24 hindoes schuldig bevonden aan deelname aan een bloedbad tijdens religieuze rellen in de deelstaat Gujarat in 2002. Ze waren betrokken bij de dood van 69 moslims in de stad Ahmadabad. 11 van hen zijn veroordeeld voor moord. Zij kunnen de doodstraf krijgen. Hun straffen worden maandag bekendgemaakt.
De rellen braken uit in februari 2002, nadat een trein vol hindoe-pelgrims in brand was gevlogen. De oorzaak daarvan is nooit opgehelderd. Hindoes gaven moslims de schuld en gingen de straat op om wraak te nemen. In Ahmadabad trokken ze een moslimwijk binnen en staken 35 huizen in brand, waardoor 69 moslims omkwamen.
Elders in Gujarat gingen de wraakacties drie maanden door. In totaal kwamen meer dan 1000 mensen om en raakten er 2500 gewond. De meeste slachtoffers waren moslim.
De vervolging van de misdaden verloopt uiterst traag en voor nabestaanden onbevredigend. In 2012 werd een voormalige minister voor zijn aandeel in de rellen tot 28 jaar veroordeeld. In afwachting van het hoger beroep loopt hij nog steeds vrij rond.
Premier Modi
Ten tijde van de rellen was Narendra Modi, de huidige premier van India en zelf een hindoe, de belangrijkste bestuurder in Gujarat. Critici beschuldigden hem ervan dat hij niets heeft gedaan tegen het geweld en de relschoppers zelfs zou hebben aangemoedigd.
Modi ontkende dat en het hooggerechtshof zei dat er geen bewijs is dat hij bij de rellen betrokken was. Tijdens de campagne voor de verkiezingen in 2014 sprak hij over het verdriet dat het bloedvergieten had veroorzaakt, maar zei hij niets over wat hij zelf had gedaan om het te voorkomen of te stoppen.