Ruim 3600 meldoniumgevallen in 2015, toen het nog geen doping was
Vorig jaar is er 3625 keer meldonium in urine van sporters gevonden. Dat blijkt uit cijfers van het wereldantidopingagentschap WADA die in bezit zijn van de NOS. Meldonium was in 2015 nog niet verboden, maar het WADA testte atleten al wel op het middel.
In totaal werden bijna 60.000 urinetesten bij sporters gedaan. In zes procent van alle gevallen zat er meldonium in de urine. Het gaat voornamelijk om individuele sporters. Dezelfde atleten kunnen meerdere keren getest zijn. Om hoeveel sporters het gaat, is daarom niet bekend.
Kanovaren
Bij kanovaren werd meldonium in verhouding het meest gebruikt. Daar werd de stof in een kwart van alle urinemonsters aangetroffen. Met 23 procent staat de moderne vijfkamp op een tweede plaats. Bij worstelen, gewichtheffen, roeien en biatlon werd het middel bij ongeveer 15 procent van de geteste sporters aangetroffen.
Ook bij schaatsers (kunstschaatsers, langebaanschaatsers en shorttrackers) werd meldonium vaker dan gemiddeld gevonden. In 8 procent van de gevallen, in totaal 88 keer, zat het middel in de urine van een schaatser.
Sinds 1 januari dit jaar staat het middel op de dopinglijst. Sindsdien zijn er 172 atleten positief getest op meldonium, onder wie 27 Russen. De bekendsten zijn tennisster Maria Sjarapova, langebaanschaatser Pavel Koelizjnikov en shorttracker Semen Elistratov.
Hartfalen
Volgens de fabrikant bevordert meldonium de doorbloeding en verbetert het het uithoudingsvermogen. Vooral in Oost-Europa wordt het middel veel gebruikt tegen hartfalen of pijn op de borst bij inspanning.
Het WADA had in 2015 zeven stoffen op de zogenoemde monitoring-lijst staan. Stoffen op deze lijst worden niet als doping beschouwd, maar het WADA wil wel weten hoe vaak ze door sporters worden gebruikt. In het kader van het monitoring-programma analyseerde het WADA 58.760 urinemonsters van laboratoria over heel de wereld.