Jachtindustrie begrijpt niets van invoerverbod
Organisatoren van jachtreizen hebben kritiek op de uitbreiding van het importverbod op jachttrofeeën. Volgens hen is het symboolpolitiek.
Het kabinet wil het invoeren van doodgeschoten dieren beperken. De lijst van zo'n 200 verboden diersoorten is uitgebreid met een aantal exotische diersoorten, zoals de olifant, het nijlpaard en de leeuw.
Highland Jachtreizen zegt dat het puur een maatregel is om stemmen te winnen. "Nederlanders houden helemaal niet zo van Afrikaans wild. Zij gaan naar Polen of Letland om wilde zwijnen, herten of steenbokken te schieten." De eigenaar zegt dat hij al jaren geen big-five-reis meer heeft verkocht, waarbij wordt gejaagd op buffels, leeuwen, luipaarden, neushoorns en olifanten.
Hulp voor lokale bevolking
Het reisbureau wijst er daarnaast op dat de lokale bevolking in Afrika wordt geholpen met de jacht. "Veel wild wordt gefokt voor de jacht. Zouden we ophouden met de jacht, dan zouden veel diersoorten binnen tien jaar uitsterven. En het vlees van het wild dat wordt geschoten door de jagers gaat naar de lokale bevolking, zodat zij niet hoeven jagen."
De organisatie Hunters Africa sluit zich daarbij aan. "Jammer is dat je met zulke verboden ook een stuk inkomen van de mensen daar weghaalt", zegt een woordvoerder. "De jacht is niet zo intensief dat de soorten onder druk staan. Maar als er minder wordt gejaagd, tref je daarmee ook de lokale bevolking, want veel mensen zijn werkzaam in deze sector."