'Overheid veel te optimistisch over laaggeletterdheid'
De Rijksoverheid doet te weinig aan laaggeletterdheid en schat het probleem ook veel te rooskleurig in. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer na onderzoek naar het rijksbeleid voor burgers die moeite hebben met de Nederlandse taal en rekenen.
Het ministerie van Onderwijs zegt dat er 1,3 miljoen mensen in Nederland laaggeletterd zijn. Nederland staat daarmee internationaal goed aangeschreven, maar volgens de Rekenkamer is het cijfer veel te laag en zijn het er in werkelijkheid 2,5 miljoen van 16 jaar en ouder.
Volgens de Rekenkamer komt het gunstige cijfer vooral doordat het ministerie mensen boven de 65 jaar niet meetelt en doordat het alleen mensen meetelt die niet erg vaardig zijn met taal, maar geen mensen die nauwelijks kunnen rekenen.
Weinig ambitieus
Weliswaar trok het ministerie vorig jaar 65 miljoen euro uit voor het bestrijden van laaggeletterdheid, maar wat het resultaat daarvan is, is niet duidelijk, zegt de Rekenkamer.
Met het geld wordt lesmateriaal ontwikkeld en kunnen ROC's taallessen voor volwassenen aanbieden, maar er wordt niet bijgehouden hoeveel mensen ook echt beter leren lezen en schrijven. En omdat het ministerie dat niet weet, is ook niet duidelijk of het overheidsbeleid werkt.
Volgens de Rekenkamer is de ambitie van het kabinet ook heel bescheiden. Het is de bedoeling dat van 2016 tot 2018 45.000 volwassenen aan een cursus beginnen en hun taalbeheersing verbeteren. Dat komt neer op 5 procent van de doelgroep. Uit een enquête van de Algemene Rekenkamer blijkt dat er in verschillende regio’s wachtlijsten bestaan voor taalcursussen voor volwassenen.
Weerbarstig
Volgens minister Bussemaker is het probleem weerbarstig en groeit het aantal laaggeletterden door meer nieuwkomers en meer ouderen. Ze erkent dat er wachtlijsten zijn, ondanks de inzet van vele docenten en vrijwilligers, en dat het ontbreekt aan betrouwbare cijfers over 65-plussers. Ze wil dat de kennis over volwassenen die laaggecijferd zijn, toeneemt en dat er ook meer rekencursussen komen.