Persvrijheid wereldwijd onder druk
De persvrijheid is het afgelopen jaar wereldwijd "drastisch en zorgelijk" ingeperkt. Dat meldt de in Parijs gevestigde organisatie Reporters sans Frontières, die jaarlijks een ranglijst opstelt. Nederland is twee plaatsen gestegen en staat dit jaar op plek twee, alleen in Finland zijn de media vrijer.
Over Nederland wordt gezegd dat persvrijheid is verankerd in de wet, waarbij expliciet ook satire wordt genoemd. Een smetje is volgens de organisatie dat er niet zonder toestemming mag worden gefilmd in het parlement.
Volgens Reporters sans Frontières hebben wereldleiders een paranoia ontwikkeld ten aanzien van journalistiek en worden media die in private handen zijn steeds vaker beïnvloed door commerciële belangen. "Journalistiek die zijn naam eer aan wil doen moet worden verdedigd tegen toenemende propaganda en inhoudelijke bijdragen die zijn gemaakt in het belang van gesponsorde belangen", waarschuwt Christophe Deloire van de organisatie. Oligarchen kopen steeds meer media en oefenen, naast regeringen, druk uit.
Polen gezakt
Op bijna alle continenten staat de persvrijheid onder druk. In landen als Turkije en Egypte door autoritaire regeringen. Ook Polen wordt genoemd en is gezakt van plaats 18 naar 47 vanwege de invloed van de overheid op de vrije pers.
Journalisten in het Midden-Oosten en Afrika zijn geregeld slachtoffer van terreur, gewapende conflicten en intimidatie door de autoriteiten. In Latijns-Amerika beperken de georganiseerde misdaad, geweld en corruptie de media. De VS wordt bekritiseerd vanwege de aanpak van klokkenluiders die informatie lekken over de inlichtingendiensten.
In China was de repressie van de Communistische Partij nooit zo sterk, wat ook geldt voor veel voormalige Sovjet-republieken. Oekraïne wordt als een positieve uitzondering genoemd, vooral doordat het geweld is afgenomen. Tegelijkertijd blijven er grote zorgen over de invloed van machtige zakenmensen en de propaganda-oorlog met Rusland.
Het slechtst gesteld met de persvrijheid is het in Eritrea, gevolgd door Noord-Korea, Turkmenistan, Syrië en China.