Duits veevoer maanden eerder besmet

Het veevoer in Duitsland was al veel langer besmet met dioxine dan tot nog toe werd gedacht. Het ministerie van Landbouw maakte vandaag bekend dat er in maart 2010 al vervuiling van vetten bij het bedrijf Harles und Jentzsch is vastgesteld. Het laboratorium dat de metingen deed, heeft de resultaten niet gemeld.

De vetten met de kankerverwekkende stof dioxine zijn verwerkt in veevoer. Zo'n 150.000 ton pluimveevoer en varkensvoer raakte daardoor besmet.

Dat veevoer is bij duizenden boerderijen in Duitsland terechtgekomen. Eind december kwam Harles und Jentzsch zelf met het nieuws over de vervuilde vetten naar buiten. Nu blijkt dus dat het veevoer al maanden langer op de markt was.

Meer blokkades

Uit de Duitse cijfers van vandaag blijkt dat er sinds maart geen veevoer, vetten of levensmiddelen naar Nederland zijn geëxporteerd, afgezien van de twee partijen die al bekend waren.

In Duitsland neemt het dioxineschandaal wel steeds grotere vormen aan. Uit voorzorg zijn ruim 4700 boerderijen geblokkeerd. Ze mogen geen eieren, kippen of varkens meer leveren totdat vast staat dat ze niet besmet zijn.

Toen het schandaal eerder deze week uitbrak, waren dat er nog zo'n duizend. Het overgrote deel van de boerderijen die zijn gesloten, staat in de Duitse deelstaat Nedersaksen.

Noodfonds

De boeren vinden dat de diervoederindustrie een noodfonds in het leven moet roepen om hen te compenseren. Volgens de boerenbond in Duitsland kan de schade voor de veehouders in de miljoenen lopen.