'Vondst roofkunst had Oekraïne-referendum kunnen beïnvloeden'
De vondst van de eerste twee gestolen schilderijen uit het Westfries Museum, een dag voor het Oekraïne-referendum in Nederland, had Oekraïne als een troefkaart kunnen uitspelen om kiezers positief te stemmen. Dat zei de directeur van de Oekraïense geheime dienst, de SBU, tijdens de persconferentie waarin de vondst van vier Hollandse Meesters bekend werd gemaakt.
De dienst besloot de ontdekking te verzwijgen, om de speurtocht naar de overige werken niet in gevaar te brengen.
De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Klimkin en de Nederlandse ambassadeur in Oekraïne waren ook bij de persconferentie aanwezig. Klimkin zei te hopen dat de succesvolle operatie ertoe bijdraagt dat het buitenland, "en in het bijzonder Nederland", een gunstiger beeld van zijn land krijgt.
Zoals bekend stemden Nederlandse kiezers tijdens het referendum van vorige week in grote meerderheid tegen het aanhalen van de banden met Oekraïne.
De SBU heeft in de vier maanden durende operatie samengewerkt met de Nederlandse politie, vertelde de baas van de geheime dienst. Volgens hem waren de werken in handen van criminelen, en zijn de nog vermiste doeken in Oost-Oekraïne of in Rusland.
In 2005 namen dieven 24 schilderijen en tientallen zilveren kunstvoorwerpen weg uit het Westfries Museum.