Schrik voor 'de bult van Rio' is op Papendal te overwinnen

Bij de olympische voorbereiding van de Nederlandse BMX'ers wordt niets aan het toeval overgelaten. Nadat vier jaar geleden het olympisch parcours van Londen al werd nagebouwd op Papendal, is nu een replica van de baan van Rio de Janeiro op het nationaal sportcentrum neergelegd. Allemaal om optimaal te kunnen presteren tijdens de Spelen.

De drie BMX'ers die al een nominatie voor Rio op zak hebben, Niek Kimmann, Twan van Gendt en Jelle van Gorkom, moesten er in het begin wel aan wennen. "We konden de vorige baan dromen. Nu leek het wel een baan op een wereldbekerwedstrijd waar we nog nooit geweest waren", zegt Van Gorkom.

De Nederlandse ploeg is net terug uit Zuid-Amerika, waar onder andere een wereldbekerwedstrijd in Argentinië werd afgewerkt. Daarnaast brachten de fietscrossers een bezoek aan de baan in Rio. "Die lag er een stuk beter bij dan de vorige keer", zegt regerend wereldkampioen Kimmann. "Vorig jaar oktober was 'ie zeker nog niet wedstrijdklaar. Nu begint het erop te lijken."

In het derde gedeelte van de baan zit de grootste uitdaging. Kimmann: "Het is een zogenaamde 'opstap'. Je springt over een korte afstand van twee meter hoogte, naar een meter of zes. Normaal zijn we gewend om vooruit te springen. En nu moet je omhoog."

Het zal tijd en energie vergen om dat obstakel onder de knie te krijgen, denkt Van Gendt. "Voor je gevoel rijd je tegen een muur aan. De eerste keer dat je hierop afkomt is dat toch even schrikken. Je wordt recht omhoog geschoten. De eerste keer sla je even een kruisje en maak je er maar het beste van."

Volgens Van Gorkom is die bult de scherprechter van het parcours. "Daar wordt de race wel redelijk bepaald, dat klopt. Al moet je daarna nog wel foutloos blijven. Het is goed dat wij die bult hier hebben liggen. Ik hoop dat het ons gaat helpen."