Nagorno-Karabach 'als vanouds' weer in het nieuws
'Doden bij oplaaiend geweld in Azerbeidzjan', was gisteren de kop op nos.nl. Bij vuurgevechten in de etnisch-Armeense enclave Nagorno-Karabach zouden zeker dertig militairen zijn omgekomen. Het zegt jongeren waarschijnlijk niets, maar voor ouderen is Nagorno-Karabach een vertrouwde term in het nieuws.
De Armeense president Sarksjan sprak niet voor niets van de zwaarste gevechten sinds de wapenstilstand in 1994. Vandaag zijn er opnieuw berichten over gevechten in het gebied. Azerbeidzjan zegt dat het een eenzijdig staakt-het-vuren afkondigt, want internationaal zijn de zorgen groot.
De Russische president Poetin en westerse regeringen roepen Azerbeidzjan en Armenië op te stoppen met het geweld, want de geschiedenis leert dat de spanningen in het gebied tot een dodelijke oorlog kunnen leiden. In de jaren 90 vielen bij de strijd om de macht in het gebied ongeveer 30.000 doden. Vredesbesprekingen hebben in de afgelopen 22 jaar nog geen resultaten opgeleverd.
Het gebied viel tot 1991 onder de Sovjet-Unie. Na het uiteenvallen van de voormalige supermacht is er hevig om het gebied gestreden door de buurlanden Armenië en Azerbeidzjan. De gevechten om de regio begonnen al in de late jaren 80, toen de Sovjet-Unie al op zijn retour was. Na de val van het communisme veranderde dat in een vernietigende oorlog. Daaraan kwam met een staakt-het-vuren in 1994 een einde.
Maar die wapenstilstand is broos en de spanningen zijn er nog altijd. Die spanningen gaan zelfs al een eeuw terug, waarbij de strijdende partijen bestaan uit enerzijds christelijke Armeniërs en anderzijds de bevolking met islamitische Turkse en Perzische invloeden. Nagorno-Karabach ligt geografisch gezien in Azerbeidzjan, maar er wonen etnische Armeniërs. Zij runnen de regio zelf en worden militair en financieel gesteund door Armenië. Dat leidt tot irritaties bij Azerbeidzjan, regelmatig breken gevechten uit.
Dat de spanningen zo nu en dan tot een handgemeen leiden is niets nieuws, maar de gevechten van afgelopen vrijdagnacht nemen weer de vorm aan van het grove geweld dat we kennen van de vroege jaren 90. Azerbeidzjan zegt dat twaalf militairen zijn gesneuveld. Ook zou de Armeense luchtafweer een militaire helikopter hebben neergehaald. Aan Armeense zijde kwamen achttien mensen om het leven. Er zouden ook burgerslachtoffers zijn.
Beide landen beschikken over wapens van Russische makelij. Azerbeidzjan heeft voor enkele miljarden euro's aan wapens ingekocht van Rusland. En ook Armenië, een belangrijke strategische partner van de Russen, koopt wapens van Moskou. Gevreesd wordt daarom dat het conflict nog veel groter kan worden.
Beide landen beschuldigen elkaar van het als eerste overhalen van de trekker. De spanningen zijn nu zo hoog dat bewoners van sommige dorpen worden geëvacueerd. Beide presidenten, Aliyev van Azerbeidzjan en Sarksjan van Armenië, zijn vanwege het conflict eerder vertrokken van de nucleaire top in Washington D.C.
De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa maakt zich grote zorgen over het conflict. "We veroordelen het geweld ten zeerste. We roepen beide partijen op de wapens neer te leggen en de situatie te stabiliseren. Alleen vreedzame besprekingen hebben nut. Oorlog is geen optie."