Vernielingen Palmyra lijken minder erg dan gedacht
De vernielingen die Islamitische Staat heeft aangericht in Palmyra lijken minder erg dan gedacht, blijkt uit de eerste berichten van Syrische troepen die de stad hebben ingenomen. Gevreesd werd dat veel van de monumentale Romeinse ruïnes zouden zijn verwoest.
De meeste ruïnes, waaronder de Agora en het beroemde Romeinse theater, lijken de bijna tien maanden dat IS de scepter zwaaide in het gebied te hebben overleefd. "We durfden eerst niet te kijken toen we de stad binnenkwamen", zegt een Syrische militair tegen persbureau AFP. "Maar toen we de gebouwen zagen waren we opgelucht."
De Leeuw van al-Lāt, een beeld uit de tweede eeuw na Christus waarvan werd gedacht dat het verloren was gegaan, is redelijk intact gebleven. Het is beschadigd, maar valt nog te herstellen. Volgens Maamoun Abdulkarim, directeur van het oudheidkundig museum van Damascus, is de befaamde zuilengalerij licht beschadigd geraakt. "We zullen alles wat jullie vernield hebben weer opbouwen", is zijn boodschap aan IS.
Eerder kon uit luchtbeelden en door IS verspreide foto's al worden opgemaakt dat ook veel blijvende schade is aangericht. Zo zijn onder meer de triomfboog en de Tempel van Bel vernield. Ook de schatten die bewaard werden in het museum van Palmyra raakten zwaar beschadigd.
Op de Syrische televisie was te zien dat een beeld van de Griekse godin Athene was onthoofd. Verder is de kelder opgeblazen met dynamiet en ligt de hal bezaaid met de resten van gebroken standbeelden.
