'Liefdesbrieven laten onbekende kant Mondriaan zien'
RKDEen gedeelte van een brief die Mondriaan op 4 december 1919 schreef aan Willy Wentholt 
RKDAchterzijde van de envelop bij de brief van 4 december 1919 
RKDVoorzijde van de envelop bij de brief van 4 december 1919
Het RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis heeft een bijzonder archief van Piet Mondriaan aangekocht. Dat bestaat onder meer uit 22 nog niet eerder gepubliceerde liefdesbrieven die de kunstenaar in de periode 1918-1923 schreef aan zijn vriendin Willy Wentholt.
Het archief is afkomstig van Cis Heijdenrijk-Osendarp, een van de oprichters van het Mondriaanhuis in Amersfoort. Naast de brieven bevat de collectie ook portretfoto's van Mondriaan en Wentholt.
RKDPortret van Piet Mondriaan, omstreeks 1918 
Johan Huijsen / RKDPortret van Willy Wentholt, omstreeks 1919
"De brieven laten een kant van Mondriaan zien waar we weinig van weten", zegt Chris Stolwijk, directeur van het RKD. "Het archief is een cruciale toevoeging, de brieven zijn van grote waarde."
Uit de brieven blijkt dat er meer was dan een gewone vriendschap tussen de kunstschilder en Wentholt, die elkaar tijdens de Eerste Wereldoorlog leerden kennen in Amsterdam.
In een brief van 16 maart 1918 schrijft hij over "de illusie van een heel groot liefde".
Ook schrijft Mondriaan over zijn vrij geïsoleerde leven als abstract kunstenaar in Parijs. Op 23 september 1919 schrijft Mondriaan dat hij het "zoo rustig" heeft.
Een selectie van de brieven is nog te zien op de TEFAF in Maastricht. De kunstbeurs duurt nog tot en met zondag.