Zien en gezien worden op Boekenbal met Duits tintje
Heel literair Nederland laat zich vanavond weer zien op het Boekenbal, het traditionele begin van de Boekenweek. Het is het feest van zien en gezien worden: Esther Gerritsen is er natuurlijk, de schrijfster van het boekenweekgeschenk van dit jaar, net als coryfeeën en nieuw talent. Ook de schrijver van het boekenweekessay David Van Reybrouck was natuurlijk aanwezig.
Het wordt het wildste en het meest gewilde feest van Nederland genoemd, maar buitenstaanders zijn er niet welkom. Het bal is alleen toegankelijk met een uitnodiging en er is beveiliging ingehuurd om degenen die proberen om zonder kaartje toch de Amsterdamse Stadsschouwburg binnen te komen, tegen te houden. Onder de aanwezigen: Ilja Leonard Pfeiffer, Robert Vuijsje, Bart Chabot, Kader Abdolah, Ivan Wolffers en Marion Bloem.
Het geheim van het boekenbal komt ook door zijn lange geschiedenis. Het bestaat al sinds 1947. Dit jaar is de 65e editie en wordt er enigszins afbreuk gedaan aan dat mysterie: schrijver Abdelkader Benali mag met draaiende camera het feest de hele avond bijwonen.
Bach, Berlijn en Bratwurst
Thema is dit jaar Duitsland, onder het motto Was ich noch zu sagen hätte, geïnspireerd op de Boekenbeurs in Frankfurt, waar Nederland en Vlaanderen dit jaar gezamenlijk gastland zijn."Duitsland, het land van Bach, Berlijn en Bratwurst", schrijft de organiserende Stichting CPNB op zijn site. "Van Goethe, Brecht, Schiller en Böll. Van diepgeworteld voetbalsentiment en kuilen aan het strand. En van de Tweede Wereldoorlog. Maar onze grote buur biedt nog zoveel meer onderwerpen om over te praten, te lezen en te schrijven."
David Van Reybrouck schreef het Boekenweekessay over een grotendeels vergeten geschiedenis die Nederland, België en Duitsland jarenlang verbond.
De Boekenweek begint morgen en duurt nog tot en met zondag 20 maart.