Wie eenmaal arm is, blijft vaak arm
Zo'n 600.000 mensen in Nederland leven in langdurige armoede, wat betekent dat ze drie jaar of langer leven van een laag inkomen. Dat staat in het onderzoek 'Een lang tekort; langdurige armoede in Nederland' van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Bijna de helft van de langdurig armen heeft werk.
Voor een alleenstaande gaat het SCP uit van een inkomen van 1060 euro, voor een twee-oudergezin met twee kinderen 1990 euro en voor een een-oudergezin met twee kinderen 1600 euro.
De onderzoekers Jean Marie Wildeboer Schut en Stella Hoff onderzochten hoe groot het probleem van langdurige armoede is, of het aantal mensen dat leeft in langdurige armoede is toe- of afgenomen en welke bevolkingsgroepen er het hardst door worden getroffen. Uitgegaan is van cijfers van de jaren 1989 tot 2013.
Toegenomen door de crisis
Het aantal mensen dat in armoede leeft is door de crisis behoorlijk toegenomen. Waren het er in 2007 nog minder dan 850.000, in 2013 waren het er ruim 1,25 miljoen. Van hen hebben dus 600.000 mensen te maken met langdurige armoede, dat is bijna 60 procent van het totaal en 4 procent van de Nederlandse bevolking.
Onderzoekster Hoff weet niet of het aantal langdurig armen weer zal dalen tot ongeveer een half miljoen nu het economisch beter gaat. "De arbeidsmarkt is tijdens de crisis veranderd. Er worden veel meer flex-contracten gesloten en er zijn veel meer ZZP-ers. Bovendien werken veel mensen in sectoren waar niet zo goed betaald wordt. Dat betekent dat ze een risicogroep vormen en daarom verwacht ik dat de daling niet zo groot zal zijn."
Werk is lang niet altijd zaligmakend meer.
Het percentage langdurig armen met werk is door de crisis behoorlijk gegroeid, van ruim 40 procent in 2005 naar ruim 50 procent in 2013. Hoff: "Dat betekent dat werk lang niet altijd meer zaligmakend is."
Grootste risicogroepen zijn ouderen en niet-westerse migranten met jonge kinderen. De kans dat mensen met een pensioen arm worden is klein, blijkt uit het SCP. Maar als ze eenmaal arm zijn hebben ze nauwelijks nog kans om hun situatie te verbeteren.
Snel ingrijpen
Langdurige armoede kan volgens de onderzoekers worden voorkomen als snel wordt ingegrepen. Van de mensen die in de categorie armen komen, is 60 procent daar na het eerste jaar weer uitgestroomd. Na dat eerste jaar nemen de kansen om uit de armoede te komen snel af. In het tweede jaar komt nog maar 20 procent uit de armoede en daarna minder dan 10 procent. Een behoorlijk deel valt overigens weer terug in armoede. Bijna 20 procent is na een jaar opnieuw arm en na vijf jaar is zo'n 40 procent weer teruggevallen.
In een reactie zegt staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat de langdurige armoede een intens punt van aandacht blijft voor het kabinet. "Met het oog op de gevolgen van de crisis voor mensen met lage inkomens, heeft het kabinet juist voor hen geld vrijgemaakt en regelingen aangepast. Daardoor stijgt de koopkracht van werkenden met een inkomen rond het minimumloon dit jaar het meest, namelijk 5,8 procent."
Volgens de staatssecretaris levert de wet Hervorming Kindregelingen gezinnen met een laag inkomen dit jaar gemiddeld zo'n 1000 euro op. Ook gaat meer dan 90 procent er volgens haar op vooruit. Jaarlijks stelt het het ministerie nog eens 100 miljoen euro beschikbaar voor armoedebestrijding en schuldbeleid.