Nuttige buurtwacht wordt soms bemoeial
Buurtwachten voorzien de politie van nuttige gegevens en zorgen voor een afname van het aantal inbraken. Maar ze kunnen beter niet zelf ingrijpen. Die conclusies trekt socioloog Vasco Lub van de Erasmus Universiteit Rotterdam, schrijft RTV Rijnmond.
Het aantal vrijwillige buurtpreventieteams is de afgelopen jaren flink toegenomen. Momenteel telt Nederland zo'n 700 van zulke teams. Ze zijn in grofweg de helft van alle gemeenten te vinden. Lub baseerde zijn onderzoek onder meer op ervaringen in Rotterdam en Tilburg.
Verhoudingen op scherp
Het takenpakket van de buurtwacht verschilt per gemeente en wijk. Op sommige plekken worden de preventieteams ook ingezet om het verkeer te regelen of buurtfeesten te begeleiden. Maar een al te grote rol kan de buurtwacht beter niet toebedeeld krijgen. In het onderzoek komt naar voren dat buurtwachten die niet alleen signaleren, maar ook ingrijpen, zichzelf nog weleens in gevaar brengen en de verhoudingen in een wijk op scherp kunnen zetten.
Een nadeel van te assertieve buurtwachten is dat de privacy in het geding kan komen. Ook komt stigmatisering voor. Volgens het onderzoek laten met name aspirant-leden zich soms leiden door 'impulsieve acties', waarbij ze jongeren of migranten stigmatiseren.
Ook doen buurtpreventieteams geregeld meldingen die later vals alarm blijken. Goedbedoelde sociale controle van buurtwachten wordt bovendien niet door alle wijkbewoners gewaardeerd.
Duidelijke strategie nodig
Volgens de onderzoeker zouden buurtwachten vaker stil kunnen staan bij "het realiteitsgehalte van veiligheidsrisico's en de proportionaliteit van hun handelen". Gemeenten doen er verder goed aan om met een duidelijke strategie te komen als ze buurtpreventieteams inzetten, vindt Lub.