'De mythe rond Jesse Owens zal altijd voortleven'
De man die Hitler zijn hielen liet zien. Zo leeft sprinter Jesse Owens voort in de herinnering van velen. Vrijdag gaat in Amerika de film 'Race' in première over het leven van de donkere atleet die tijdens de Olympische Spelen van 1936 in Nazi-Duitsland de wereld verbaasde met vier gouden medailles.
Racisme
Een 23-jarige, donkere atleet groeide voor de ogen van de op dat moment misschien wel machtigste man ter wereld uit tot een superster. Een sprinter die liet zien dat succes niet alleen voorbehouden was aan het Arische ras, zoals Adolf Hitler in Berlijn graag aan de wereld had laten zien.
Een sprinter met een prachtige stijl, die echter ook in eigen land nog jarenlang de gevolgen van racisme moest ondervinden. En wiens loopbaan na Berlijn kapot werd gemaakt door de Amerikaanse atletiekbond. Owens weigerde de bondsbazen ter wille te zijn door lucratieve wedstrijden in Europa te lopen. Hij ging liever naar huis, naar zijn gezin. Pas op veel latere leeftijd kreeg Owens de erkenning die hij in 1936 al verdiende.
Mythe
"Die Spelen van Berlijn en zijn levensverhaal maken dat de mythe rond Jesse Owens altijd zal voortleven." Het zijn de woorden van Volkskrant-journalist Rolf Bos, die enkele jaren geleden voor het literaire loopblad 42 op zoek ging naar de roots van Jesse Owens.
Tachtig jaar na zijn verbluffende optreden is Owens nog altijd voer voor gespreksstof. "Natuurlijk wordt er door atleten nog over Owens gesproken. Als het over de Olympische Spelen gaat, komt de naam Owens altijd boven", vult Nederlands snelste sprinter Churandy Martina aan.
"Die Spelen van Berlijn en zijn levensverhaal maken dat de mythe van Jesse Owens altijd zal voortleven."
Bos verdiepte zich in het leven van Owens; geboren in het diepste zuiden van de Verenigde Staten, waar in de jaren dertig van de vorige eeuw racisme de boventoon voerde. "De jaren dat er gewoon elk jaar honderd zwarten werden opgehangen. In die sfeer groeide Owens op in een gezin met tien kinderen. Ik wilde graag weten hoe het was om in Amerika te leven als zwarte sporter in een periode van ongelofelijk stevig racisme."
Trots, gracieus, hoog
Bos raakte gefascineerd door Owens door diens stijl van lopen. Trots, gracieus, hoog; terwijl de rest achter hem naar de finish worstelde. "Owens was Carl Lewis 1.0", probeert Bos een link naar de moderne tijd te leggen. Lewis maakte als atleet furore in de jaren tachtig, was ook een begenadigd sprinter en verspringer. "Owens was zijn tijd 20, 30 jaar vooruit. Hij sprong verder dan 8 meter, ongekend voor die tijd. Zijn wereldrecord verspringen heeft decennialang gestaan", legt Bos zijn fascinatie voor de voormalige superatleet uit.
Hij heeft iets moois gedaan voor de atletiek en zwart Amerika
Churandy Martina is Nederlands snelste sprinter (9,91 op de 100 meter) en raakte geïnteresseerd in de atleet Owens toen hij zelf met atletiek begon. Of de naam van Owens in zijn generatie nog veel losmaakt, durft hij niet te zeggen.
"Ik studeerde in El Paso. Daar kwamen veel topatleten. Daar kwam zijn naam geregeld naar boven. Ik weet alles van zijn lopen, minder van zijn achtergrond. Hij heeft iets moois gedaan voor de atletiek en voor zwart Amerika."
Martina: "Voor mij was hij een voorbeeld, een idool. Hij had lef om in Berlijn te gaan lopen. Hij had ook thuis kunnen blijven, omdat het te gevaarlijk voor hem was. Duitsland was in die tijd niet de mooiste plaats voor donkere atleten", zegt de Nederlands recordhouder. "Ik wilde in mijn jonge jaren Owens worden."
Kermisattractie
Martina verdient zijn brood met sprinten. Owens is de atleet die de wereld verbaasde, maar na zijn terugkeer in Amerika failliet ging en pas op latere leeftijd de vruchten van zijn succes plukte. "Hij werd door de schorsing van de Amerikaanse atletiekbond een kermisattractie, die tegen paarden en boksers liep en zo zijn geld verdiende. Later ging Owens, die vroeger stotterde, lezingen geven. Per keer 500 dollar", zegt Bos.
Het kwam uiteindelijk toch goed met de man, die na zijn succes in Berlijn niet door zijn eigen president Franklin Roosevelt werd ontvangen. "No way. Er kwamen verkiezingen aan en Roosevelt was bang dat hij de blanke kiezers uit het zuiden zou verliezen. Hij leidde na de Spelen eigenlijk een armoedig bestaan", verduidelijkt de journalist.
Kleine zoon van keuterboeren
Owens werd nooit het boegbeeld van het militante deel van de zwarte Amerikaanse bevolking, zoals Muhammad Ali en atleten Tommie Smith en John Carlos (die maakten tijdens de Olympische Spelen in 1968 met de vuist omhoog een politiek statement) wel werden. "Die stap heeft Owens niet durven maken", ontdekte Bos. "Maar de mythe Jesse Owens zal altijd blijven bestaan, omdat hij als zwarte eenling, als lid van een zogenaamd inferieur ras, Hitler zijn hielen liet zien."