Rotterdam wil niet één, maar twee nieuwe bruggen over de Maas
Rotterdam krijgt niet één maar twee nieuwe bruggen over de Maas. De eerste nieuwe oeververbinding komt tussen Rotterdam-West en de Waalhaven. Maar het college van burgemeester en wethouders wil ook een brug aan de oostkant, tussen Kralingen en het gebied waar mogelijk de nieuwe Kuip komt.
Het voornemen staat in het mobiliteitsplan dat het Rotterdamse college deze week heeft vastgesteld. Daarin wordt vooruitgeblikt naar de ontwikkelingen in de stad tussen nu en 2030.
De nieuwe bruggen over de Maas moeten de noordelijke en zuidelijke stadsdelen beter met elkaar verbinden. In feite komt het nieuwe stadscentrum langzaam maar zeker op beide oevers van de rivier te liggen, een ontwikkeling die al is ingezet door de nieuwbouw op de Kop van Zuid.
De twee nieuwe oeververbindingen moeten ervoor zorgen dat de sociale en economische verschillen tussen de stadsdelen die door de rivier worden gescheiden kleiner worden. Nu kampen de wijken op Zuid met een grote achterstand. Er worden honderden miljoenen euro's geïnvesteerd in dit stadsdeel.
Mensen komen bijna de wijk niet uit. Het openbaar vervoer is te duur en er is geen cultuur van fietsen.
Volgens hoogleraar socio-economische transities Derk Loorbach, die meewerkte aan het mobiliteitsplan, kosten de bruggen veel geld maar leveren ze ook veel maatschappelijk rendement op.
"De sociaal-economische problemen op Zuid zijn ook een mobiliteitsvraagstuk. Mensen komen bijna de wijk niet uit. Het openbaar vervoer is vaak te duur en er is geen cultuur van fietsen", aldus Loorbach.
"Er wordt veel geld in het sociale gestoken met maar weinig effect, deels door het gebrek aan ontsluiting. Dat legitimeert zeker een grote investering in nieuwe bruggen", stelt hij.
Wethouder Pex Langenberg heeft goede hoop dat de financiering van de bruggen rondkomt. "We gaan een beroep doen op vele financiers. Denk aan Europa, het Rijk maar we kijken ook of we in eigen kas iets kunnen vinden’’, zegt Langenberg.
De twee nieuwe bruggen zijn niet het enige opvallende in het mobiliteitsplan. Rotterdam bereidt zich voor op de gevolgen van de veranderende economie. Trends als klimaatverandering, schaarste aan grondstoffen, verstedelijking en technologische innovaties zijn hiervan de aanjagers. De nieuwe economie zal worden gekenmerkt door digitalisering en hergebruik, stelt het college.
De gevolgen van deze veranderingen voor het verkeer zijn nu al zichtbaar. Zo daalt het gebruik van de auto in de binnenstad en neemt het gebruik van fiets en openbaar vervoer toe. Hoe snel deze ontwikkelingen zich voortzetten, is volgens wetenschappers nog moeilijk te voorspellen, maar het Rotterdamse college concludeert nu al dat een autoluw centrum mogelijk is.
Trendbreuk
Dat is voor Rotterdam, dat altijd als autostad bekendstond, een trendbreuk. Het is al opvallend dat er een tram gaat rijden over de Willemsbrug, maar echt opzien baart het plan om de Maastunnel te gaan gebruiken voor openbaar vervoer.
Door dalend autobezit en -gebruik worden parkeergarages die nu al vaak half leegstaan wellicht overbodig. Het openbaar vervoer en de fiets krijgen in Rotterdam meer de ruimte, en is er meer behoefte aan stallingsplekken voor fietsen.