Weens museum toont beschadigde kunst
Een berggezicht met roestige spijkers. Scheuren in een schilderij van een interieur. Meubelstukken vol gebruikssporen en roestige designstukken. Het prestigieuze Leopold Museum in Wenen laat deze maand kunst zien die normaal gesproken het depot niet uit zou komen.
De tentoonstelling Verborgen Schatten moet duidelijk maken dat een museum meer is dan verzamelen en neerzetten; er komt ook restauratie en conservatie bij kijken. Het Leopold hoopt bezoekers meteen te verleiden daaraan bij te dragen, door te wijzen op het constante tijd- en geldgebrek.
"Normaal ga je naar het museum om werken in topconditie te zien, maar hier laten we de schaduwzijde zien."
Depot
"Toen ik vorig jaar aantrad, nam ik meteen een kijkje in het depot", zegt directeur Hans-Peter Wipplinger tegen persbureau AFP. "Ik ontdekte een aantal werken die het waard zijn om te tonen, maar die te beschadigd waren."
Bij de tentoonstelling geeft het museum keurig aan wat er aan de 180 werken moet gebeuren en hoeveel geld daarvoor nodig is. Voor Tod und Leben van Gustav Klimt is 7370 euro nodig. Een onvoltooid vrouwenportret van Ego Schiele kan voor 5190 euro worden geconserveerd.
In totaal is 370.000 euro nodig. Wie een restauratie sponsort, krijgt zijn naam op een bordje naast het werk.
De meeste schilderijen hebben een oppervlaktereiniging en een nieuwe vernislaag nodig. Er zijn er echter ook lijsten die zijn kromgetrokken of aangevreten door houtworm. Ook zijn er metalen ontwerpen van de Wiener Werkstätte die aan corrosie ten prooi zijn gevallen en designerstoelen die opnieuw moeten worden bekleed.
Wipplinger: "Hoe interessant een voorwerp ook is, als je het niet kunt tonen, dan blijft het veroordeeld tot het depot. Dat kan niet de bedoeling zijn."