Toneelstuk bindt strijd aan met radicalisering van jongeren
Een naïeve superman, een overtuigde jihadist en een twijfelaar. Drie jongeren uit Almere vertrekken naar Syrië om te vechten.
Het zijn drie personen uit het theaterstuk Jihad voor scholieren. Het is de bedoeling dat de voorstelling de komende tijd voor 10.000 jongeren uit het voortgezet onderwijs en het mbo wordt opgevoerd. Het doel is het bespreekbaar maken van de jihad en radicalisering.
Morgen is de première, maar een groep Haagse scholieren ziet de voorstelling nu al. Op het podium in de Koninklijke Schouwburg in hun stad stellen de acteurs zich aan hen voor en leggen uit wat ze gaan doen. "We horen alles wat jullie zeggen dus wees stil", manen ze het publiek. De aansporing lijkt niet nodig, want vanaf de eerste scène is de zaal geboeid. Er wordt gelachen en hardop meegeleefd met de personages.
Als je tegen iemand opbotst ben je een kut-Marokkaan. Een Nederlander is dan alleen maar een klootzak.
Het stuk gaat over de vrienden Reda, Ismael en Ben. Ze zijn geboren en getogen in Almere, maar voelen zich daar niet thuis. Door hun afkomst voelen ze zich buitengesloten. "Als je tegen iemand opbotst ben je een kut-Marokkaan. Een Nederlander is dan alleen maar een klootzak." Met veel humor en in een taal die voor jongeren herkenbaar is, wordt aangesloten bij de belevingswereld van het publiek. Met thema's als vriendschap, geloof, toekomst en bestaansrecht.
Ze willen vechten tegen de ongelovigen. Maar wie zijn dat eigenlijk, vragen de naïeve Reda en twijfelende Ismael. Het derde personage Ben is heilig overtuigd van de missie.
De werkelijkheid in Syrië blijkt anders dan verwacht. Tegen wie en voor wat vechten ze eigenlijk? De vijand die ze bestrijden lijkt op henzelf. Teruggaan naar huis lijkt een uitweg, maar dat is het volgens Ben niet. "Je bent er niet welkom." Twijfelaar Ismael werpt tegen: "Maar hier zijn we ook niet welkom".
De acteurs hebben een niet-westerse achtergrond. Chems Eddine Amar is van Algerijnse afkomst, Saman Amini is van oorsprong Iraans en Majd Mardo is kind van Syrische ouders. Die laatste speelt Reda. Zijn ouders kwamen 17 jaar geleden uit Aleppo naar Nederland. "Het is vreemd om te zien dat mijn familie zijn best doet om weg te komen uit de oorlog en jongeren van hier ernaar toe willen."
De acteurs herkennen veel in de karakters. Ze weten hoe het is om altijd als allochtoon te worden gezien. "Als ik wakker word, ben ik gewoon Majd, een mens. Maar als ik naar buiten ga word ik anders gezien. Je kunt je er niet aan onttrekken. Er is sprake van wij en zij. Ik hoor bij 'zij', zonder dat ik daarvoor heb gekozen."
Dialoog is de enige oplossing, als mensen maar met elkaar spreken.
Saman Amini speelt Ismael. Het valt hem op dat er in de zaal vaak alleen witte of alleen zwarte scholieren zitten. "Dat is misschien wel het probleem. Dialoog is de enige oplossing. Als mensen maar met elkaar spreken", meent hij.
Nu zijn er zowel witte als zwarte jongeren in de zaal. Maar als het licht aangaat wordt duidelijk zichtbaar dat ze gescheiden zitten. Allochtonen zitten bij elkaar, zoals ook autochtonen bij elkaar zitten.
De theatermakers hopen dat de scholieren dankzij de voorstelling meer begrip voor elkaar krijgen. Jongeren moeten hun verstand gebruiken en niet afgaan op propaganda die ze via sociale media krijgen aangereikt, zeggen ze.
Na afloop komt de zaal aan het woord, het debat loopt goed. "Wie voelt zich weleens niet thuis in Nederland", vraagt gespreksleider Nourdin Ouali. Enkele kinderen staan op. Jongens in een trainingspak, meisjes met een hoofddoek, maar ook één van de kappersschool met roze haar. "Misschien gek, ik ben gewoon Nederlands, maar ik vind het niet goed hoe we met elkaar omgaan. Iedereen is gelijk." Applaus.
"Jullie weten niet hoe het is allochtoon te zijn", zegt een donker meisje tegen blonde kinderen in het midden van de zaal. Een autochtoon meisje: "Als mensen een Turk of Marokkaan in de tram zien, denken ze: 'Dat is een terrorist'. Maar dat is niet zo. Van binnen zijn ze heel lief." Er wordt gelachen en ook geklapt. De groepen praten met elkaar en hebben elkaar gehoord. "Daar is het om te doen", zeggen de acteurs. "Respect."
De zaal loopt leeg. De scholieren delen nu een ervaring waarover ze samen kunnen spreken, zegt Majd. De scholen krijgen een lesprogramma mee zodat ze de discussie in de klas kunnen voortzetten.