Rechtbanktekening van Gerard T., de verdachte Utrechtse serieverkrachter
NOS Nieuws

Proces Utrechtse serieverkrachter begint, maar met gemengde gevoelens

De vermoedelijke Utrechtse serieverkrachter komt vandaag voor de rechter. Tot spijt van sommige slachtoffers heeft de politie lang niet alle verdenkingen kunnen omzetten in hard bewijs.

De 52-jarige Gerard T. uit Nieuwegein staat terecht voor vier verkrachtingen; drie in 1995 en een in 2001. In deze zaken is dna van T. gevonden.

In het verleden schreef de politie 22 zedendelicten toe aan de Utrechtse serieverkrachter, waaronder nog eens twee verkrachtingen en een reeks pogingen en aanrandingen. Ondanks uitgebreid politieonderzoek kan in het merendeel van die zaken niet bewezen worden dat T. de dader is. Er zijn twintig jaar na dato geen sporen meer die nog bruikbaar zijn.

Dat is een tegenvaller voor sommige vrouwen die aangifte deden, zegt Jan den Boer van de politie Midden-Nederland. Hij is coördinator van de familierechercheurs die de vrouwen de afgelopen anderhalf jaar bijstonden. "De vrouwen van wie de aangifte niet is meegenomen op de dagvaarding, blijven in het ongewisse. Ze vragen zich af of het feit waar ze slachtoffer van zijn, is gepleegd door dezelfde dader. Die onzekerheid blijft nu toch nog knagen."

Twintig jaar lang wist hij uit handen van Justitie te blijven

Zelf heeft verdachte Gerard T. geen enkel feit bekend. Vanaf het moment dat hij werd opgepakt, zweeg T. in alle toonaarden. Hij zei niets tijdens politieverhoren, gaf geen antwoord op vragen van de rechtbank en werkte niet mee aan psychologisch onderzoek door het Pieter Baan Centrum. De politie ging uiteindelijk zelfs undercover in de gevangenis om hem aan het praten te krijgen, maar ook dat leverde geen bekentenissen op.

T. liep in de zomer van 2014 toevallig tegen de lamp. Hij was dat jaar veroordeeld voor de diefstal van een lokfiets in zijn woonplaats Nieuwegein en moest daarom dna afstaan. Dat bleek overeen te komen met het dna van de Utrechtse serieverkrachter, dat in de jaren 90 was veiliggesteld.

Op dat moment werd een team familierechercheurs ingezet, om een brug te vormen tussen het onderzoeksteam van de politie en de aangeefsters. "Meestal komen familierechercheurs met een negatieve boodschap, zeker als het om een moordonderzoek gaat", zegt Den Boer. "Maar in dit geval hadden ze een mooie boodschap: we hebben nu een man op het oog die de dader kan zijn."

Veel slachtoffers hadden het al achter zich gelaten, nu komt het allemaal weer boven.

Jan den Boer, coördinator van de familierechercheurs

Toch zorgde de onverwachte vangst voor gemengde gevoelens bij de slachtoffers. Aan de ene kant was er blijdschap, aan de andere kant werden oude wonden opengereten. "Ze hadden het eigenlijk al weer achter zich gelaten en dan komt het allemaal weer boven", aldus Den Boer.

Bij de aangeefsters was er daarom wisselende belangstelling voor het politieonderzoek en de rechtszaak die eind 2014 werd gestart. "Sommige vrouwen wilden de afgelopen tijd door de familierechercheurs uitgebreid op de hoogte worden gehouden, anderen juist niet."

Bij de inhoudelijke zitting vandaag zullen zo'n vijf slachtoffers het proces volgen vanuit een afgeschermde zaal. Zo vermijden ze contact met de media.

Vandaag worden de feiten behandeld en komt een onafhankelijke dna-deskundige aan het woord. Naar verwachting komt het Openbaar Ministerie morgen met een strafeis.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl