'Pakketbezorging met busjes door snelle groei niet vol te houden'

Nederlandse binnensteden lopen binnen nu en vijf jaar vast als de huidige groei van het aantal online bestellingen doorgaat. Niet alleen bestellen consumenten steeds meer goederen die thuis bezorgd moeten worden; ook de horeca, winkels en andere bedrijven en instellingen laten vaker iets afleveren. Met het traditionele busje is dat niet langer houdbaar vanwege vervuiling en drukte.

Dat zeggen meerdere deskundigen die zich bezighouden met de logistiek van pakketbezorgingen tegenover de NOS. "Nu heb je in een normale straat zo'n tien bestelbusjes per dag, in een iets drukkere straat zijn dat er al snel 15 tot 20", zegt Walther Ploos van Amstel, lector City Logistics aan de VU in Amsterdam. "Als de trend van thuisbezorging doorzet, hebben we in 2020 zo'n 50 busjes in de straat."

190 miljoen pakjes

In 2010 werden er 90 miljoen pakjes afgeleverd. Vorig jaar was dat aantal al meer dan verdubbeld, tot 190 miljoen. Als de huidige trend van 8 procent groei per jaar doorzet, moeten in 2020 280 miljoen pakjes hun weg vinden naar de consument.

"Dus zie je dat er flink geëxperimenteerd wordt, met afhaalpunten bijvoorbeeld", zegt Ploos van Amstel. "Bol.com is onderdeel van Ahold, net als Albert Heijn, dus kun je je pakjes ook bij de supermarkt laten komen. Dan bundel je al een deel."

Ook zijn er bedrijven die begonnen zijn met kluisjes als afhaalpunt, maar de Nederlandse consument lijkt daar nog niet warm voor te lopen. "Die wil z'n pakketje het liefst aan de deur bezorgd hebben. En dan ook nog eens kunnen kiezen op welk tijdstip. Dus moet het busje nog vaker de wijk in."

Marktplaats

Maar het online shoppen is slechts een deel van het probleem. We bestellen ook steeds alledaagse producten die thuis worden bezorgd, zoals boodschappen en medicijnen. Door de vergrijzing zal dat laatste nog flink doorgroeien.

Bovendien verhandelen we steeds meer spullen via Marktplaats. "Dus de consument gaat ook zelf op pad met de auto om spullen te brengen of af te halen", zegt Ploos van Amstel. "Drie op de vier MaxiCosi's wordt tussen consumenten onderling verkocht."

"Maar vergeet vooral ook niet de horeca, winkels, bouwbedrijven. Restaurants willen steeds versere spullen, dus dagelijks of meerdere keren per dag worden er producten afgeleverd. En winkels willen hun assortiment veel vaker vernieuwen. Allemaal extra busjes."

Elektrische voertuigen

Stapels dik zijn de nota's, rapporten, commissieverslagen die het probleem benoemen. Er was een landelijke commissie stedelijke distributie om te bekijken wie de regie moet nemen in het logistieke oerwoud. Maar die commissie is een stille dood gestorven.

Volgens de Delftse wethouder Stephan Brandligt moeten gemeenten het initiatief naar zich toetrekken. "Als overheid moet je zorgen dat niet iedereen zomaar de stad in mag rijden. Het geeft luchtvervuiling, geluidsoverlast en de bestrating raakt beschadigd van onze oude binnenstad. Dat willen we niet meer."

In Delft experimenteert de gemeente nu samen met PostNL in het project Stadslogistiek. Pakketjes worden aan de rand van de stad verzameld en gaan vervolgens met compacte elektrische voertuigen de stad in. "Dat is schoon, zuinig, stil, het is klein en licht. Zo willen we dat hier doen", zegt Brandligt.

En er zijn meer initiatieven. Zoals de Binnenstadservice in verschillende steden om de levering aan winkels en horeca te bundelen. Of bedrijven die een gat in de markt zien, zoal Cargohopper, dat met kleine elektrische voertuigen spullen de stad in brengt. Ook bezorger DHL rijdt al jaren met bakfietsen rond.

Bubble Post

Hetzelfde doet sinds kort het Belgische Bubble Post. In België is het bedrijf al in 14 steden actief. Sinds vorige maand zit Bubble Post ook in Amsterdam. Het bedrijf bundelt pakketten aan de rand van de stad en gaat vervolgens met fietsen de stad in.

"We zien dat we met onze voertuigen veel sneller een stad in en uit kunnen gaan", zegt Felix Vanvuchelen van Bubble Post "Dat maakt het economisch interessant. En het is ook milieuvriendelijk. Wij denken dat dat hét toekomstmodel is. We willen snel ook beginnen in Utrecht, Rotterdam, Eindhoven en Breda."