Europa heeft behoefte aan daden
Met het begin van de nieuwe week begint ook het zoeken naar een politieke reactie op de aanslagen in Parijs. Premier Rutte zei dit weekeinde dat we in oorlog zijn met IS en er zijn vergelijkbare geluiden te horen vanuit Frankrijk en vanuit Turkije waar de G20-leiders bij elkaar zijn. Grote woorden, maar de vraag is of die woorden ook worden opgevolgd door daden.
De EU begint nu aan een zoektocht naar mogelijkheden voor betere grenscontroles, gegevensuitwisseling tussen geheime diensten en het registreren en delen van reizigersgegevens.
Deze oplossingen duiken altijd op na een terroristische aanslag, maar verzanden net zo vaak weer in politieke onenigheid. Na de aanslag in Parijs zal er opnieuw een poging worden ondernemen om het terrorisme aan te pakken. De onderstaande maatregelen zullen daarbij het meest prominent op tafel liggen.
Betere samenwerking geheime diensten
Er is geen Europese geheime dienst. De 28 lidstaten van de EU hebben allemaal een eigen veiligheidsdienst. Die versnippering leidt al jarenlang tot problemen bij het bestrijden van terrorisme. Na alle aanslagen wordt er direct gesproken over een betere samenwerking tussen alle diensten. Nu ook weer door bondskanselier Angela Merkel vanaf de G20 in Turkije.
Hoe graag politici die samenwerking er ook zien komen, in praktijk zetten de geheime diensten de hakken in het zand. Het zit in de aard van de diensten om zo afgeschermd mogelijk te werken.
Zwakke punten
Onderlinge gegevens uitwisseling gaat daardoor erg moeizaam en gefragmenteerd. Het gevolg daarvan is dat terroristen daardoor (te) makkelijk door Europa kunnen bewegen. Een door de Franse geheime dienst als Syriëstrijder aangemerkte Fransman is bijvoorbeeld vaak onbekend in België (Molenbeek) of Nederland.
Een Europese terrorisme-expert vertelt dat er bijna niemand is binnen de geheime diensten die vloeiend Arabisch spreekt. Daardoor kunnen de diensten vaak weinig doen met informatie zoals afgetapte telefoongesprekken.
Het oprichten van een echte gezamenlijke Europese geheime dienst lijkt op dit moment voor alle lidstaten een te groot offer aan de eigen soevereiniteit. Zo’n dienst zal er dan ook voorlopig niet komen.
Betere bewaking buitengrenzen
De buitengrenzen van de Schengenzone moeten beter worden beveiligd. Het is een van de hete hangijzers van de huidige vluchtelingencrisis maar ook een van de maatregelen die genoemd worden bij de aanpak van terrorisme.
De massa-immigratie heeft wel aangetoond dat de Europese buitengrenzen open staan. Dat is ook niet zo gek, de Europese buitengrens is duizenden kilometers land en daarmee heel moeilijk af te sluiten. Het lijkt er ook op dat een of meerdere van de aanslagenplegers met vluchtelingen zijn meegereisd naar Europa.
Bij het sluiten van de buitengrenzen speelt de versnippering van de Europese politiek opnieuw een rol. Enkele (armere) landen langs die buitengrenzen hebben hun eigen douanecontroles niet altijd op orde. Daarnaast krijgen landen als Italië en Griekenland zo veel vluchtelingen aan de grens dat ze mensen simpelweg doorlaten. Toch zijn de landen heel terughoudend om hulp van andere EU landen te accepteren uit angst daarmee een deel van hun soevereiniteit op te geven.
Het lijkt erop dat de EU wel stappen wil zetten op dit onderwerp. De EU-top in december moet hier besluiten over gaan nemen. Het idee is dat er een gezamenlijke buitengrenscontrole komt die slagvaardiger is dan die van de huidige landen apart. Maar zelfs als daar in december een besluit over valt zal het praktisch gezien nog jaren duren voordat de Europese grenzen echt op slot zijn.
Uitwisseling vluchtgegevens
Er is al jarenlang een debat in Brussel over een betere uitwisseling van vluchtgegevens. De Europese commissie wil dat mogelijk maken zodat verdachte individuen beter kunnen worden gevolgd binnen het Europa zonder binnengrenzen. Daarnaast moeten die gegevens bijvoorbeeld ook worden gedeeld met de VS.
Toch loopt de wetgeving keer op keer vast omdat het Europees parlement en enkele lidstaten zich zorgen maken over de privacy van de reizigers. De Europese Commissie zal na de aanslagen in Parijs de gegevensuitwisseling opnieuw proberen ingevoerd te krijgen.
Naast deze zaken wordt er nagedacht over een steviger aanpak van het wapenbezit en de wapenhandel. Er zal meer aandacht moeten zijn voor het voorkomen van radicalisering en het tegenhouden van Syrië-strijders en meer beveiliging bij grote evenementen en op gevoelige plaatsen zoals treinstations.
Komende vrijdag is er een extra vergadering van de Europese minister van Binnenlandse Zaken en dan zullen al deze oplossingen op de agenda staan. Maar net als na eerdere aanslagen is het maar de vraag wat er uiteindelijk van die maatregelen terecht zal komen.