Oorlogsplaquette onthuld voor De Bezige Bij
Jeroen Wielaert
Verslaggever
Jeroen Wielaert
Verslaggever
In de Utrechtse Van Limburg Stirumstraat is een plaquette onthuld ter herinnering aan de oprichting van uitgeverij De Bezige Bij. Op de zolder van nummer 19 werkten in de Tweede Wereldoorlog twee studenten scheikunde aan de illegale verspreiding van een oorlogsgedicht, de eerste uitgave van de uitgeverij.
Het was in dat huis waar Geertjan Lubberhuizen en Rut Matthijsen Het Lied der Achttien Dooden verborgen hielden, het verzetsgedicht van Jan Campert dat een heuse hit werd. Ruim zeventig jaar na dato is de plaquette aan de vooroorlogse bakstenen muur onthuld.
Oudere generaties Nederlanders kennen de regels nog uit de Tweede Wereldoorlog, of uit het latere literatuuronderwijs. Campert schreef ze op basis van gegevens over de executie van de zogenaamde Geuzengroep, een gezelschap verzetsmensen dat vroeg in de oorlog werd gearresteerd.
Ze werden op 13 maart 1941 gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag. Campert zelf werd op 21 juli 1942 gearresteerd bij een poging om Joden te laten ontsnappen. Hij overleed op 12 januari 1943 in het concentratiekamp Neuengamme.
Op kamers
Lubberhuizen (1916-1984), een van de studenten die het gedicht illegaal verspreidden, was al ver gevorderd als student scheikunde. Hij zat op kamers in de Van Limburg Stirumstraat, in de buurt van het Utrechtse Wilhelminapark. Vlak om de hoek, aan de Maliebaan, stonden het hoofdkantoor van Anton Musserts NSB en vele andere prestigieuze panden die waren ingenomen door de Duitsers.
Lubberhuizen en zijn compagnon Matthijsen hielden zich op de zolder bezig met het vervalsen van persoonsbewijzen en ander drukwerk. Heel belangrijk was hun inzet voor het Utrechts Kindercomité. Daar was geld voor nodig. Ze verdienden het onder meer met de verkoop van Het Lied der achttien Dooden.
De zoon van de dichter, Remco Campert (86), zou het gedicht vandaag voordragen bij de onthulling van de plaquette, maar hij was door lichamelijk ongemak verhinderd. Lubberhuizens zoon Bas (1946) deed het in de plaats van een van de meest trouwe schrijvers van De Bezige Bij. Zijn vaders vriend Rut Matthijsen kon het nog meemaken, ver in de negentig.
Het was voor het eerst dat Bas Lubberhuizen een bezoek bracht aan het pand aan de Van Limburg Stirumstraat. Op de oude zolder staat nu het bed van de nieuwe bewoners. Met enige verbazing vertelt hij: "De voorraad van de Achttien Dooden lag hier onder de planken en tussen het plafond. Het waren er heel wat. Er zijn er duizenden het land in gegaan. Er lagen hier ook veel envelopjes van duizend gulden per stuk om uit te delen in het land voor hulp aan kinderen en kunstenaars. Dat werd verdiend door de verkoop en de giften voor de Achttien Dooden."
Schuilnaam
De oorlogsopbrengst was ruim 70.000 gulden. Geert Lubberhuizen werkte onder de schuilnaam Bas Ruys. Het leverde hem koosnaampjes op als 'Bezige Bas' en 'The Busy Bee' (De Bezige Bij). Geert noemde zijn zoon naar zijn verzetsvoornaam, maar zweeg er verder over in de opvoeding.
Bas Lubberhuizen: "Hij was gewend om er niet over te praten. Hij was de laatste om er enige trots aan te ontlenen. Het belangrijkste wat we hoorden was: we deden maar wat, en we deden wat we vonden dat nodig was. Verder ging hij er niet op in. Geen heldendaden, als het maar gedaan werd. Hij was wel trots op De Bezige Bij. Ik ben er wel trots op om naar Bas Ruys genoemd te zijn."
Een bewustwording
Ook directeur Henk Pröpper van de uitgeverij sprak bij de onthulling. Hij vertelde over de illegaliteit waar de uitgeverij uit is ontstaan. Doelend op de actuele vluchtelingenproblematiek benadrukte hij het belang van gastvrijheid. De Utrechtse burgemeester Jan van Zanen memoreerde in zijn toespraak dat nog maar twee weken geleden een monument voor de Jodendeportaties werd onthuld en hoe belangrijk verzet tegen terreur is.
Bas Lubberhuizen kijkt nog eens over de zolder waar zijn vader werkte. "We hebben te weinig plaquettes die belangrijke plekken markeren. Het is een goede daad van De Bezige Bij en de huidige bewoners om dit te doen. Het is een beetje bewustwording. Laat het godverdomme nooit meer gebeuren."