Topvoetballers vaker depressief door blessures
Hoe vaker een voetballer geblesseerd raakt, hoe groter de kans is dat hij last krijgt van depressies. Dat blijkt uit een groot onderzoek onder voetballers uit elf landen. Het onderzoek is uitgevoerd door het AMC in Amsterdam en de internationale vakbond voor profvoetballers, FIFPro. Ruim dertig procent van de 826 ondervraagde (oud-)profvoetballers uit elf landen geeft aan last te hebben van angsten en depressies. Dat is een aanzienlijk hoger percentage dan onder de rest van de bevolking.
Het onderzoek is alleen gedaan onder profvoetballers, maar het AMC start vandaag samen met de atletencommissie van NOC*NSF een groot onderzoek naar het mentale welzijn van Nederlandse topsporters. In een videoboodschap roepen schaatser Stefan Groothuis en waterpoloster Mieke Cabout Nederlandse olympiërs op om mee te werken. Stefan Groothuis was in het verleden zelf depressief en Mieke Cabout doet de masteropleiding Health Sciences in Amsterdam.
'Bij blessures direct kijken naar mentale welzijn'
Volgens hoofdonderzoeker Vincent Gouttebarge, zelf een oud-profvoetballer bij onder andere Auxerre, FC Volendam en FC Omniworld, heerst er nog een taboe onder sporters over psychische klachten. Uit het onderzoek blijkt dat als een speler drie of meer zware blessures heeft opgelopen in zijn carrière, de kans vier keer zo groot is dat hij ook last heeft van mentale klachten, zoals depressie, slapeloosheid of angsten.
Gouttebarge: "We moeten het normaal gaan vinden dat als een speler geblesseerd raakt, dat hij dan niet alleen geopereerd wordt, maar dat er ook direct wordt gekeken naar zijn mentale welzijn. Dat kan veel problemen voorkomen."