Dochter Albert Speer: massale opvang hier niet toevallig
In Duitsland is veel kritiek op de vluchtelingenpolitiek, maar veel Duitsers blijven de vluchtelingen toch met open armen ontvangen. Honderden mensen vangen ze zelfs op in hun eigen huis. Zo ook de dochter van Albert Speer, de architect en minister van bewapening van Hitler. Correspondent Jeroen Wollaars bezocht haar in haar Berlijnse villa, waar ze hem vertelt over de Duitse Willkommenskultur.
Hilde Schramm, geboren als Hilde Speer, is 79 jaar. Haar man leeft niet meer. Ze zit aan de eettafel. In dezelfde ruimte staan ook haar bed, kasten vol boeken en een werktafel. Veel meer heeft ze niet nodig, maar alleen is ze niet. Sinds een paar maanden heeft ze drie Syrische vluchtelingen in huis: een dokter, een tandarts en zijn zusje. Zij is niet de enige. Honderden Duitsers doen het: vluchtelingen opvangen in hun eigen huis.
Het zijn aardige jonge mensen. We koken vaak samen.
Ze kon de vluchtelingen niet zelf kiezen. "Maar ik heb aangegeven dat ik mensen uit een stad wil. Ik kan iemand van het platteland niet gaan uitleggen hoe een stad functioneert. Deze mensen komen uit Homs en Damascus."
En het gaat makkelijk, zegt ze. Makkelijker dan ze had gedacht. "Het zijn aardige jonge mensen. We koken vaak samen. Of ze koken voor mij, als ze weten dat ik er geen tijd voor heb." Ze hebben ook gesprekken over de islam. "Het zijn gematigde moslims, maar ze zijn natuurlijk wel religieus. De gesprekken hebben mijn blik verruimd."
Zijn de mensen die hierheen komen niet juist de mensen die Duitsland nodig heeft? Daadkrachtig, vastberaden.
Schramm vertelt over haar vader, die na de Tweede Wereldoorlog werd veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf. Hij overleed begin jaren 80 in Londen. Haar hele leven heeft ze gevochten tegen zijn ideologie. Zo zat ze in de vredesbeweging en is ze actief voor de Grünen.
Het vormde haar, maar de oorlog vormde ook Duitsland, zegt ze. "Ik denk dat er een collectief schuldbewustzijn is. Misschien door de shock wat er allemaal kon gebeuren in de jaren 30 en 40." Daaruit vloeit volgens haar het verlangen om iets goeds te doen.
Dat verlangen om te helpen is niet overdreven, vindt ze. "Nee, dat kan je niet zeggen. De vluchtelingen komen toch wel. En zijn de mensen die hierheen komen niet juist de mensen die Duitsland nodig heeft? Daadkrachtig, vastberaden."
Er is nog een reden dat ze zo open zijn. Na de oorlog moesten de Duitsers zelf ook vluchten. Uit Rusland, uit Polen. En dat verhaal leeft voort in veel families. "Het zijn beide zaken die samenkomen."
Ze kent nu in de buurt drie mensen die het ook doen. "Ik hoop dat het er steeds meer worden, iedereen is enthousiast."