Rutte houdt vast aan kleine kabinetsploeg
Minister-president Rutte voelt er niets voor om in een volgend kabinet weer meer ministers en staatssecretarissen op te nemen. In het radioprogramma Met het Oog op Morgen zegt hij het juist goed te vinden dat bewindslieden "het net iets te druk hebben".
Sinds het kabinet-Rutte I zijn er minder ministers en staatssecretarissen. Voor zijn eerste kabinet schrapte Rutte onder meer de minister van Landbouw, de minister voor Jeugd en Gezin en de staatssecretaris van Defensie. Rutte, een groot voorstander van een kleinere overheid, wilde "de trap van bovenaf schoonvegen".
Te zwaar
PvdA en D66 stelden afgelopen tijd dat de druk op sommige bewindslieden te hoog is. Dat zou vooral het geval zijn bij minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie. Ook van minister Hennis-Plasschaert is gezegd dat haar portefeuille te zwaar is. De bewindslieden zouden door hun overladen portefeuille hun werk niet goed kunnen doen en fouten maken.
Rutte blijft bij zijn standpunt dat een kleine ploeg juist goed is: "Ik wil een kleine en krachtige overheid en kleine kabinetten, zodat iedereen het net iets te druk heeft. Het hele probleem is dat je met meer bewindslieden ziet dat ze werk gaan zoeken om hun salaris waar te rechtvaardigen."
Krap
Daar ziet Rutte geen heil in. "Ik vind het altijd goed wat krap te begroten in het aantal bewindslieden. Dat dwingt ook tot het maken van keuzes.”
Over de vaak bekritiseerde overgang van de politie van Binnenlandse Zaken naar Veiligheid en Justitie blijft Rutte stellig: "Ik vond en vind het verstandig dat politie nu onder Justitie valt."