NOS Nieuws

Na 'school shootings' laait discussie over wapens op

In de VS zijn per jaar tientallen schietpartijen op scholen en vaak laait daarna lokaal of nationaal, de discussie over vuurwapenbezit op. Een van de eerste bekende schoolshootings was die op Columbine High School in 1999. Twee jongens kwamen zwaarbewapend de school binnen, doodden twaalf leerlingen, een docent en vervolgens zichzelf.

Vandaag was er weer een dodelijke schietpartij, op een school in Oregon.

Na de tragedie in Colorado kwam er discussie over gewelddadige films en games - de twee jongens waren fervent spelers van de spellen Doom en Duke Nukem - en ook over wapenwetgeving.

Uiteindelijk werd de wapenwetgeving op onderdelen aangescherpt. Voortaan was een veiligheidspal verplicht op elk vuurwapen. Ook mochten geen grote munitiemagazijnen meer worden verkocht. De grote supermarktketen K-Mart stopte met de verkoop van munitie voor handwapens.

Gunshows

Waar ook discussie over ontstond waren de zogenoemde gunshows, beurzen waar particulieren wapens verkopen aan andere particulieren. Volgens nationale wetgeving mag dat zonder de achtergrond van de koper na te trekken. De verkoop hoeft ook niet geregistreerd te worden.

Zeventien staten hebben aanvullende wetgeving die beide wel verbiedt. De afgelopen jaren hebben verschillende landelijke politici geprobeerd de regelgeving rond gunshows te veranderen, maar dat is niet gelukt.

Virginia Tech

In 2007 laaide een andere discussie op, die over het antecedenten-onderzoek. In dat jaar vermoordde Seung-Hui Cho 32 studenten en medewerkers van de Virginia Tech-universiteit. Hij pleegde daarna zelfmoord. Het is de dodelijkste school shooting in de VS.

Tegenstanders van wapenbezit waren woedend dat Cho, die een psychische stoornis had, legaal twee semi-automatische wapens had kunnen aanschaffen. De staat Virginia wist van de conditie van de schutter, maar dat was niet doorgegeven aan het landelijk register.

Voorstanders van wapenbezit argumenteerden na het incident juist dat de wetten te streng waren: als medewerkers of andere studenten ook wapens hadden gedragen, hadden ze de schietpartij misschien kunnen voorkomen.

President Bush tekende een half jaar na de schietpartij een wet die het antecedenten-onderzoek strenger en beter moest maken. Voortaan kwamen mensen met een psychische stoornis en wetsovertreders automatische in de nationale database terecht.

Sandy Hook

Vijf jaar later, in 2012, schoot Adam Lanza in Newtown 26 mensen dood. Onder de doden waren veel jonge kinderen van de Sandy Hook Elementary School. Daarna sloeg hij de hand aan zichzelf. Lanza had handwapens bij zich en automatische wapens.

Kort na de schietpartij zei Obama dat wapenwetgeving "centraal zou staan" tijdens zijn tweede termijn als president. Een maand later stelde hij voor om aanvalsgeweren te verbieden, net als magazijnen voor meer dan tien patronen. Aanvalsgeweren waren eerder al verboden: vanaf 1994, maar dat verbod liep af in 2004 en er kwam toen geen nieuwe wetgeving.

Ook wilde Obama na 'Newtown' het antecedenten-onderzoek weer strenger maken voor potentiële kopers van vuurwapens. De National Rifle Association (NRA), een machtige wapenlobby-organisatie was tegen de voorstellen en voerde stevig campagne. De wetgeving sneuvelde uiteindelijk in de Senaat, na tegenstand van de Republikeinen en een aantal Democraten.

Ook na de dodelijke schietpartij van vandaag in Oregon zal de discussie ongetwijfeld weer oplaaien.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl