Hendriks: qua medailles is Londen de ondergrens
Nog minder dan een jaar en dan beginnen de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Tijd voor chef de mission Maurits Hendriks om de tussenbalans op te maken. Over de financiële situatie, de stand van zaken wat betreft de topsporters en de doelstelling.
De grote vraag is natuurlijk met hoeveel medailles de Nederlandse equipe volgend jaar terugkeert uit Brazilië. Hendriks noemt het glazenbolwerk. Pas in het voorjaar van 2016 gaat het NOC*NSF specifiek kijken naar de medaillekansen.
Toch licht hij een klein tipje van de sluier op. Tijdens de vorige Olympische Spelen, in 2012 in Londen, was Hendriks ook chef de mission. Destijds haalde de ploeg twintig medailles: zes gouden, zes zilveren en acht bronzen. Daar neemt hij nu geen genoegen mee. "Dat is echt de ondergrens."
Als we nu nog meer achteruit moeten, kan dat ten koste gaan van medailles.
Financiën
Terwijl het hele land de broekriem strakker moest aanhalen, ontkwam ook de Nederlandse topsport niet aan bezuinigingen. "We hebben zware klappen gehad", vertelt Hendriks.
"We zijn er goed mee omgegaan, maar we zitten wel tegen de grens aan van wat we kunnen opvangen. Als we nu nog meer achteruit moeten, kan dat ten koste gaan van medailles."
De prestaties van de Nederlandse sporters groeien, voornamelijk in de breedte. Niet alleen individueel, maar ook in groepsverband. Hendriks noemt de waterpoloheren en -dames, de volleybalvrouwen en de speelsters van het Nederlands voetbalelftal.
Zij kunnen zich allemaal nog plaatsen voor de Spelen. "Aan meer sporters zitten ook weer extra kosten verbonden, dus dat wordt een stevige uitdaging", aldus de chef de mission.
We zijn een divers topsportland en ik wil dat ook uitdragen.
Groei
Oranje is traditioneel goed in grote sporten als zwemmen, judo, hockey, roeien, wielrennen, zeilen en paardensport. Maar de leider van de Nederlandse equipe wil meer. "We zijn een divers topsportland en ik wil dat ook uitdragen."
"Ik zie groei in de atletiek, het handboogschieten, het boksen, beachvolleybal en turnen. Ik hoor het Epke Zonderland na zijn olympische titel in Londen nog zeggen: over vier jaar wil ik met een team in Rio staan. En dat we met Jessica Blaszka een worstelaarster in Rio hebben, beschouw ik als een cadeautje.''
2020
En dan denkt de organisatie van de Spelen van 2020 in Tokio eraan om nog eens vijf extra sporten toe te voegen aan het programma.
"Het mooie daarvan is dat de Nederlandse prestaties in die sporten al goed zijn. Zoals in sportklimmen en karate. Maar ook dat zal weer een flinke uitdaging worden."
