'Datafreak' Máxima: ik probeer iets achter te laten
Karin Alberts
Verslaggever Koninklijk Huis
Karin Alberts
Verslaggever Koninklijk Huis
Trots steekt de koningin een gidsje de lucht in. ‘The little Data Book on Financial Inclusion’ staat op de kaft. "Toen ik met dit werk begon, had niemand gegevens over hoeveel mensen wereldwijd een bankrekening hebben. Als goed econoom ben ik een datafreak. En nu is deze gids er."
Het is een van de successen die koningin Máxima op haar conto kan schrijven als speciaal gezant van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. En de gids doet zijn werk, heeft ze al gemerkt.
"Als ik de president van Malawi bij de begroeting een exemplaar geef, bladert hij meteen door naar zijn land. Dan ziet hij: 18 procent van de volwassenen heeft toegang tot het bancaire systeem. En hij vergelijkt dat meteen met omliggende landen. Dan hoef ik niets meer te zeggen."
Koningin Máxima vertelt tijdens een persbijeenkomst op het ministerie van Buitenlandse Zaken over haar werk voor de VN. Zeventien journalisten zitten rond een ovale tafel. De koningin vertelt ruim een half uur, daarna is er gelegenheid tot het stellen van vragen.
Ik ben blij dat ik daar mijn steentje aan kan bijdragen.
In 2009 vroeg secretaris-generaal Ban Ki-moon of koningin Máxima speciaal gezant wilde worden voor inclusieve financiering. Ze had zich eerder al bezig gehouden met microfinanciering voor de VN.
Mensen helpen
Ze merkte dat het verstrekken van kleine leningen aan arme mensen weliswaar veel goeds bracht, maar dat hun verdere ontwikkeling wordt belemmerd als zij vervolgens geen bankrekening kunnen openen. "In Tanzania sprak ik een vrouw die elke maand twee dagen moest reizen om haar salaris op te halen in de stad. Als zij met behulp van haar mobiele telefoon digitaal bankzaken kan doen, scheelt dat zoveel."
Mensen verder helpen, dat is de belangrijkste drijfveer van de koningin. "Inclusive finance is geen doel op zich, maar een middel. Het bevordert dat mensen economisch en sociaal meedoen. Dat geeft waardigheid, trots en mensen worden er productiever van. Ik ben blij dat ik daar mijn steentje aan kan bijdragen."
Bezoek aan landen
Dankzij haar positie heeft Máxima toegang tot de groten der aarde. Ze gebruikt die ontmoetingen om te vertellen over het belang van inclusive finance. Met succes. "Vijf jaar geleden was het geen thema voor bijvoorbeeld de Wereldbank en nu wel. Tussen 2011 en 2014 hebben 700 miljoen mensen toegang gekregen tot financiële diensten. Daar ben ik trots op. Maar het werk is niet gedaan, want er zijn nog steeds twee miljard mensen zonder toegang tot financiële diensten."
Drie tot vijf landen bezoekt de koningin per jaar. Zo’n bezoek wordt heel goed voorbereid. Alle mensen met verstand van financiën en digitalisering laat ze vooraf bedenken wat er in dat land nodig is om zoveel mogelijk burgers toegang te geven tot financiële diensten.
In het land praat ze daarna met iedereen en probeert gezamenlijk tot een plan van aanpak te komen. "Als ik vertrek, zorg ik dat er een heel gedegen follow up komt. Ik probeer iets achter te laten." Volgens de koningin zijn er nu vijftig landen die een nationale strategie hebben of aan het ontwikkelen zijn.
Ik doe veel ’s avonds als de kinderen naar bed zijn.
Op de vraag hoeveel tijd zij aan haar werk als VN-gezant kan besteden, denkt ze even na. "Dat verschilt. Ik heb natuurlijk ook mijn werk in Nederland en drie kinderen. Ik doe veel ’s avonds als de kinderen naar bed zijn. Dan houd ik conference calls. Ik laat toespraken opnemen die kunnen worden getoond bij een conferentie over het onderwerp. Op die manier probeer ik er toch te zijn, zonder fysiek aanwezig te zijn."
Duurzaam doel
Volgens de koningin is er een revolutie gaande in de inclusieve financiering. "Dankzij mobiele telefonie en digitalisering. Dat belooft veel, maar het gaat niet vanzelf."
Komend weekend zal Máxima op de VN-top in New York weer zoveel mogelijk mensen spreken. Op de top worden de doelen voor duurzame ontwikkeling afgesproken waar de Verenigde Naties de komende vijftien jaar aan willen werken. Het hoofddoel is ambitieus: in 2030 moet armoede de wereld uit zijn.