'Het werk aan de Zeeuwse dijken zal nooit stoppen'

In Zeeland legt minister Schultz van Infrastructuur vanmiddag de laatste steen van de versterkte Deltawerken. Er is 19 jaar gewerkt aan een nieuwe steenbedekking voor ongeveer 325 kilometer aan Zeeuwse dijken. Daardoor voldoet de waterkering in Zeeland weer aan de veiligheidsnormen.

"De normen worden aangepast aan de veranderende omstandigheden", zegt Ria Geluk, initiatiefnemer van het Watersnoodmuseum in het Zeeuwse plaatsje Ouwerkerk. "Het klimaat verandert en het weer verandert. Het werk aan de dijken zal waarschijnlijk nooit stoppen."

Volgens de huidige normen moet de waterkering zijn opgewassen tegen een extreem krachtige storm, die vele malen sterker is dan het noodweer dat de Watersnoodramp veroorzaakte in 1953. Zo'n storm kan volgens wetenschappers eens in de 4000 jaar voorkomen.

Projectbureau Zeeweringen begon in 1997 met het versterken van de dijken rond de Westerschelde. In 2003 bleek dat het ook nodig was om de dijken bij de Oosterschelde te verstevigen. Het project kostte in totaal 740 miljoen euro.

Indrukwekkende cijfers, vindt Geluk. Zij was 6 jaar toen de Watersnoodramp plaatsvond en woont nog steeds in het gebied dat toen overstroomde. "Ik voel me er nu erg veilig. De communicatie met de overheid is goed en ik ben ervan overtuigd dat de dijken nu sterk genoeg zijn."

In 2017 worden nieuwe veiligheidsnormen gepresenteerd. Dan wordt gekeken of de dijken voor 2050 opnieuw moeten worden versterkt. "Er is een commissie die daar onderzoek naar doet, zodat Nederland ook de komende honderd jaar is beschermd", zegt Geluk. "In Zeeland volgen we dat proces met veel belangstelling. Want de strijd tegen het water is nooit klaar."