Inspectie: politieteams functioneren nog niet goed
Het loopt nog niet goed met de basisteams bij de politie. Er zijn nog te weinig wijkagenten actief en de teamchefs zijn structureel overbelast. Dat concludeert de Inspectie Veiligheid en Justitie in een rapport dat tegelijk met de Herijkingsnota van de Nationale Politie naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Sinds 1 januari zijn de basisteams van start gegaan. In een basisteam zijn de krachten gebundeld van de wijkagent, de recherche en de 112-noodhulp. Een basisteam is er voor de lokale politiezorg. De gedachte is dat de politie zo dichter bij de burger staat.
Te weinig wijkagenten
De Inspectie Veiligheid en Justitie stelt op basis van onderzoek in vier regio’s vast dat er te weinig wijkagenten actief zijn. De norm is 1 wijkagent op 5000 bewoners, maar die wordt nergens gehaald. Ook is er een tekort aan experts en specialisten. "De wijkagent vervult, vooral als gevolg van de traag verlopende personele reorganisatie, nog niet de gewenst regierol", staat in het rapport.
Daar komt bij dat de onderzochte regio’s nog personeel moeten inleveren, want de capaciteit is nu nog groter dan de toegekende formatie. Uit het Inspectie-onderzoek blijkt dat de basisteams nu al problemen hebben om alle werkzaamheden uit te voeren. "Een verdere krimp houdt daarom een groot risico in voor de kwaliteit van de taakuitvoering."
Prestaties
De teamchefs, verantwoordelijk voor 80 tot 200 mensen, hebben te veel op hun bord. Ze zijn verantwoordelijk voor de prestaties van het team, zijn aanspreekpunt voor de burgemeesters, maar moeten zich ook bezighouden met nog niet goed werkende personeelssystemen en huisvestingsperikelen. En sommigen willen hun mensen ook nadrukkelijk operationeel aansturen. Bij dat alles krijgen ze niet genoeg ondersteuning.
De Inspectie wil dat veel duidelijker wordt wat er van een teamchef wordt verwacht.