Excuses van Japans bedrijf aan Amerikaanse krijgsgevangenen
Mitsubishi Materials heeft zeventig jaar na afloop van de Tweede Wereldoorlog voor zover bekend als eerste Japanse bedrijf zijn excuses aangeboden aan Amerikaanse krijgsgevangenen. De gevangengenomen militairen werden tijdens WOII ingezet als dwangarbeiders.
Een van de bestuurders van het bedrijf, dat onder meer bouwmaterialen fabriceert, bood tijdens een ceremonie in Los Angeles excuses aan. Hij zei dat het hem speet dat de krijgsgevangenen gedwongen werden om in de mijnen van het bedrijf te werken tijdens de oorlogsjaren.
Slavernij
Een van de laatste nog levende dwangarbeiders van toen accepteerde de excuses. De 94-jarige James Murphy werkte tijdens de oorlog in de kopermijnen van Mitsubishi. Hij noemde het een schitterende dag waar hij al zeventig jaar naar uitkeek. De aangeboden excuses waren volgens hem oprecht en berouwvol.
Volgens Murphy was de dwangarbeid niets anders dan slavernij. De gevangenen hadden gebrek aan alles, zoals eten, medicijnen, kleding en sanitaire voorzieningen. Hij noemde de dwangarbeid extra wrang omdat het bedrijf toentertijd gevechtsvliegtuigen maakte, die werden ingezet tegen de Amerikanen.
12.000
De Japanse overheid heeft in 2009 zijn excuses aangeboden aan Amerikaanse krijgsgevangenen, maar Japanse bedrijven hadden dat tot nu toe niet gedaan. Volgens Japanse ambtenaren is het een belangrijke stap. De hoop is dat andere Japanse bedrijven zullen volgen.
Tijdens de oorlog zijn zo'n 12.000 Amerikaanse krijgsgevangenen naar Japan overgebracht om als dwangarbeider te worden ingezet in de oorlogsindustrie. Ruwweg 10 procent van hen overleefde het niet.
In augustus wordt herdacht dat het zeventig jaar geleden is dat er een eind kwam aan de Tweede Wereldoorlog in het Verre Oosten. Op 9 augustus 1945 lieten de Amerikanen een atoombom op Nagasaki vallen, drie dagen eerder werd Hiroshima op dezelfde wijze verwoest. Na deze aanvallen capituleerde Japan.