Eikenprocessierupsen
NOS Nieuws

'Vooral niets zelf doen tegen eikenprocessierups'

Wat kun je zelf doen tegen de eikenprocessierups? "Niets", zegt bioloog Arnold van Vliet van de Wageningen Universiteit. "Vooral niets zelf doen."

Er zijn dit jaar veel meer eikenprocessierupsen dan vorig jaar. Van Vliet adviseert iedereen die ermee te maken krijgt een professionele bestrijder in te schakelen. Die kan de rupsen met de goede uitrusting aanpakken.

"We krijgen veel meldingen van mensen die zelf aan de gang gaan. We horen zelfs verhalen over rupsen die weggebrand worden. Dat raden we sterk af, want dan verspreid je de brandharen van de rupsen in je omgeving, en die haren blijven zes tot zeven jaar actief. Dan kun je dus jarenlang niet meer op je gras liggen."

Bollen zo groot als een voetbal

Iedere eikenprocessierups heeft meer dan 600.000 brandharen. Gedurende hun leven produceren ze er meer dan een miljoen. Van Vliet: "Als je daarmee in aanraking komt, kan dat problemen met je ogen, luchtwegen en huid geven. Ook huisdieren kunnen ernstige problemen krijgen. Honden bijvoorbeeld, als ze erin bijten. En ook vee als dat gras eet waar die brandharen in zitten."

Wie wil weten waar de rupsen precies zitten, kan uitkijken naar de nesten. "Dat zijn bollen, soms zo groot als een voetbal. Die zitten in de oksels van takken, maar door het warme weer zijn die nesten verplaatst. Ze zitten nu onder aan de stam. Daar zie je spinsels waar de rupsen in zitten. Of je ziet ze in processie door elkaar lopen. Ze zijn altijd met meer."

Door de ideale weersomstandigheden en de bezuinigingen op de bestrijding heeft de rups zich kunnen verspreiden. Van Vliet begrijpt die bezuinigingen. "Groenbeheer is vaak een sluitpost op de begroting en de kosten kunnen enorm oplopen. Vaak is de discussie dat we er veel voor betalen en niet echt effect zien."

Gevolg is wel dat de populatie rupsen sterk is uitgebreid. "Dat zagen we ook in 1996, maar toen was het alleen in Brabant. Nu zitten ze in grote delen van het land."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl