Historische handdruk in de ruimte herdacht
Met een reünie hebben Russische en Amerikaanse ruimtevaartveteranen de historische koppeling van een Apollo- en een Sojoezcapsule herdacht, dit weekend veertig jaar geleden.
De toenmalige commandant van de Amerikaanse Apollo, Thomas Stafford, ontmoette zijn Russische collega Alexei Leonov eerder deze week in het kosmonautenmuseum in Moskou.
Hun ruimtevaartuigen koppelden met elkaar op 17 juli 1975, in een periode van verminderde spanning tussen Moskou en Washington. Ze vlogen bijna twee dagen gezamenlijk in een baan om de aarde. De leiders van de supermachten hadden afgesproken dat met de symbolische handdruk in de ruimte een einde zou komen aan de 'space race', de strijd om ruimteprimeurs tussen de VS en de Sovjetunie.
Wodka aan boord
De commandanten, nu allebei in de tachtig, deelden anekdotes over de missie met het publiek, onder meer over de vraag of de Russen wodka hadden meegesmokkeld aan boord. Leonov: "Na de koppeling zei ik tegen de Amerikanen dat volgens Russische traditie wodka gedronken moet worden voor het eten. Dat is goed voor de maag, zei ik."
Op de tube die hij Thomas Stafford, Vance Brand en Deke Slayton gaf stond 'wodka' geschreven. Maar er zat borsjt in, Russische bietensoep. De Amerikanen konden de grap wel waarderen.
Mir en ISS
Na het Apollo-Sojoez Test Project ging de competitie in de ruimte ondanks alle symboliek onverminderd door. In navolging van de VS ontwikkelde de Sovjetunie haar eigen spaceshuttle, de Boeran. Pas na de val van het Sovjet-regime kwam het opnieuw tot samenwerking.
In de jaren negentig kwam de koppelingsmodule die voor Apollo-Sojoez was ontwikkeld weer van pas. Dezelfde technologie werd gebruikt bij de vluchten van de Amerikaanse spaceshuttle naar het Russische ruimtestation Mir en later bij koppelingen met het internationale ruimtestation ISS.