Westra worstelt en komt met heel veel moeite boven

Controversen rond de bloedwaarden van Lars Boom, kopman Vincenzo Nibali die titelprolongatie na een paar dagen al kon vergeten en dan ook nog een griepvirus dat de renners parten speelde. De Kazachse ploeg Astana heeft nog bitter weinig plezier beleefd aan deze Tour de France.

In de laatste Pyreneeënrit naar Plateau de Beille gooide de lichtblauwe formatie het over een andere boeg. Met voorop, niet voor het eerst: Lieuwe Westra.

Mooi dat het lukte

"Het was mooi dat het lukte om mee te springen", legde de Fries uit nadat hij de aanstichter en motor was geweest van een omvangrijke kopgroep met daarin zijn schaduwkopman Jakob Fuglsang. Westra leek de sterkste in de kopgroep, maar schijn bedriegt. "Ik voelde me niet heel goed en heb geprobeerd Jakob zo goed mogelijk te helpen. Uiteindelijk moest ik de groep laten lopen."

De inspanningen van Westra werden niet beloond. Op de slotklim werd Fuglsang uit het wiel gereden door Joaquim Rodríguez, die zijn tweede ritzege deze Tour pakte. Westra zelf kwam als zeventigste binnen, op meer dan 25 minuten. "Het was heel lastig, ik liep helemaal leeg door de regen en kou. Mijn benen knelden op het laatst helemaal af, toen wist ik wel genoeg", vertelde Westra.

Lijdensweg

De tweede plaats van Fuglsang was aardig, het optreden van Vincenzo Nibali biedt ook hoop. Voor Westra werd de slotklim een lijdensweg. "Dat is niet voor te stellen voor de mensen. Het is aftellen, maar er komt gewoon geen einde aan. Ook al doe je rustig aan omhoog, het is gewoon keihard afzien."

Volledig uitgeput en verkleumd stond hij de pers te woord. En dan moest hij ook nog naar beneden. "De meeste mensen denken: afdalen, dat kan iedereen. Maar op dit moment zie ik er wel tegenop. Ik doe heel veel kleding aan. En dan kijken of ik beneden kom."

Astana worstelt dapper, maar komt voorlopig nog niet boven.