Herstel economie zet door

Het herstel van de Nederlandse economie zet door. In de juniraming van het Centraal Planbureau (CPB) wordt dit jaar een groei verwacht van 2 procent, volgend jaar 2,1 procent.

Kortweg komen de prognoses van het CPB neer op: meer economische groei, meer bestedingen van consumenten, meer investeringen door bedrijven, meer werkgelegenheid en minder werklozen, minder overheidstekort en minder staatsschuld.

Het CPB sluit zich hiermee aan bij ramingen van De Nederlandsche Bank, die maandag ook een groei van 2 procent voor dit jaar voorspelde. Het CPB is met een economisch groeicijfer van 2,1 procent voor volgend jaar zelfs positiever dan de 1,8 procent van DNB.

De werkloosheid daalt van 7 procent dit jaar naar 6,7 procent in 2016. Het begrotingstekort staat eind 2016 naar verwachting op 0,8 procent. Het positieve plaatje ligt in lijn met de ontwikkelingen elders in Europa, waarbij ons land aan de bovenkant zit.

De ramingen van het CPB vormen de basis voor de besprekingen voor Prinsjesdag en de begroting van volgend jaar.

Wereldhandel

De wereldhandel groeit naar verwachting dit jaar met 4 procent en in 2016 met 5,2 procent. Hiervan kan de Nederlandse export dus ook profiteren.

In het kielzog van de aantrekkende economie neemt de werkgelegenheid dit jaar en volgend jaar toe. In de marktsector groeit de werkgelegenheid met 0,9 procent, in 2016 met 1,5 procent. "De werkloosheid daalt dit jaar naar 625.000 personen, volgend jaar naar 600.000", aldus het CPB.

De inflatie is in Nederland, net zoals in de rest van Europa, laag. Maar die inflatie neemt de laatste maanden toe door stijgende olieprijzen en een lagere koers van de euro ten opzichte van de dollar. Voor dit jaar wordt een inflatie verwacht van 0,2 procent, volgend jaar 1,2 procent.

Overheidstekort

Het overheidstekort neemt verder af tot 1,9 procent en in 2016 tot 0,8 procent. Het herstel van de economie levert meer belastinggeld op voor de schatkist. Bedrijven maken meer winst, meer mensen aan het werk zorgt voor meer inkomstenbelasting, en meer consumptieve bestedingen leveren meer btw-inkomsten op.

Aan de andere kant hoeft er minder geld te worden uitgekeerd aan werklozen. Aan de inkomstenkant wordt rekening gehouden met lagere aardgasbaten.

De lage rentetarieven drukken ook de rente-uitgaven van de overheid voor de staatsschuld. Toch vormen de bewegelijke rentetarieven op de kapitaalmarkten een onzekere factor.

Het CPB heeft gerekend met de rentestand van 0,3 procent eind april, maar inmiddels is de rente gestegen naar meer dan een procent en dat betekent 500 miljoen meer rentekosten.

De staatsschuld daalt van 67,6 procent van het bbp dit jaar, naar 65,4 procent volgend jaar. In de cijfers houdt het CPB rekening met de opbrengsten van de beursgang van ABN Amro, waardoor de staatsschuld met een procentpunt extra daalt.

Grexit

Volgens het CPB zouden de gevolgen voor de eurolanden van een vertrek van Griekenland uit de euro, een Grexit, "te overzien zijn". Sommige landen krijgen wellicht weer te maken met "financiële stress" maar het lijkt allemaal minder heftig te zijn dan destijds in 2012.

"Onzekerheid en turbulentie is hoe dan ook ongewenst" zegt het CPB. "Op langere termijn zou de geloofwaardigheid van de Monetaire Unie schade ondervinden, omdat deelname aan de Unie niet langer onomkeerbaar is."