Europese olieconcerns willen minder CO2-uitstoot
Zes grote Europese oliemaatschappijen, waaronder Shell, het Britse BP en het Franse Total, willen een nieuw stelsel voor de beprijzing van CO2-uitstoot. De bedrijven willen hiervoor samenwerken met de Verenigde Naties en overheden wereldwijd. Zo moet de opwarming van de aarde worden tegengegaan.
De maatschappijen erkennen dat er maatregelen nodig zijn om de opwarming van het klimaat te beperken tot 2 graden. Vooruitlopend op een belangrijke internationale klimaatconferentie van de VN in december bieden ze nu hun diensten aan aan de VN-klimaatchef Christiana Figueres.
Prikkels voor lagere uitstoot
De oliemaatschappijen pleiten voor één stelsel voor beprijzing van CO2-uitstoot "dat goed functioneert, dus met prikkels om de uitstoot te verminderen", zegt een woordvoerder van Shell. Het is nog niet duidelijk hoe dat stelsel eruit moet zien.
Nu zijn er wel meer dan veertig verschillende stelsels over de hele wereld. "Als je CO2 op een grotere schaal zou beprijzen, zou dat beter werken", zegt de woordvoerder.
Kritiek
Op het huidige Europese systeem waarbij emissierechten worden verhandeld, is veel kritiek. De prijzen van de CO2-emissierechten zijn laag, waardoor bedrijven geen belang hebben bij het verminderen van de uitstoot.
Als andere manieren om verwarming van de aarde tegen te gaan, noemen de bedrijven CO2-opslag, een overstap van kolen naar gas, minder verspilling van energie en een verdere ontwikkeling van duurzame energiebronnen.
De grote Amerikaanse spelers Chevron en ExxonMobil hebben al laten weten niet mee te doen aan een dergelijk gezamenlijk initiatief waar hun Europese concurrenten nu mee komen. De topman van ExxonMobil liet op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering weten "niet onoprecht" te willen zijn over klimaatpolitiek en "niet net te willen doen alsof."