Inkomensongelijkheid op hoogste punt

De inkomensongelijkheid is in de meeste geïndustrialiseerde landen op het hoogste punt sinds de OESO begon met het meten ervan, dertig jaar geleden. De rijkste tien procent verdient 9,6 keer zoveel als de laagst betaalde tien procent in de 18 OESO-landen.

Dat is slecht voor het armere deel van de bevolking, maar ook ongunstig voor de economische groei, schrijft de OESO.

Nederland

In Nederland is de inkomensongelijkheid relatief laag en sinds de jaren tachtig ook nauwelijks toegenomen. In Nederland verdiende de hoogste 10 procent in 2013 samen 6,6 keer zoveel als de laagste 10 procent.

Wel is de vermogensongelijkheid hier heel groot. Alleen in Amerika is die nog groter. Dat heeft te maken met de relatief grote hypotheekschulden die veel mensen hebben, terwijl anderen juist vermogen hebben opgebouwd met hun onroerend goed.

Verder valt het de OESO op dat in Nederland relatief veel vaste banen de laatste jaren verdwenen zijn, terwijl er flexbanen bij kwamen.