NOS Sport

Alarmbellen om Nederlandse strafcorner

Zorgen om Nederlandse strafcorner

Nederland is een strafcornerland bij uitstek. Dat begon in de jaren 70 met Paul Litjens en via Floris Jan Bovelander, Taco van den Honert, Bram Lomans, Taeke Taekema uiteindelijk bij Mink van der Weerden. Bij de Olympische Spelen van Londen vestigde hij zijn naam in een klap tussen de allerbeste schutters van de wereld.

Dat is Van der Weerden nog steeds. Maar hoe moet het als zijn corner niet loopt? Bij het Olympisch Kwalificatie Toernooi, in juni, tijdens de halve finales van de HWL kan een slechte dag van Van der Weerden verstrekkende gevolgen hebben. Daar is bondscoach Max Caldas zich van bewust. Toch twijfelt hij niet aan de capaciteiten van zijn eerste strafcornerman: “Ik durf te zeggen dat Mink de beste van allemaal is. Ook op de belangrijke momenten.”

Alternatief

Oud-bondscoach van de vrouwen en van de Belgische mannenploeg, Marc Lammers, is het met Caldas eens. “Minks corner hoort bij de beste drie ter wereld. Je kan op zijn corner vertrouwen. Maar aan de andere kant. Als hij geblesseerd is, of zijn dag niet heeft, dan moet er een alternatief zijn. Wat dat betreft is het wel een gevaar dat er eigenlijk maar één iemand echt goed in is.”

Dat een slechte dag van Van der Weerden Oranje problemen op kan leveren, werd pijnlijk duidelijk bij de Champions Trophy van vorig jaar. In de kwartfinale tegen Pakistan miste Oranje kans op kans vanaf de kop van de cirkel. Pakistan kreeg drie kansen, het was drie keer raak. Oranje werd uitgeschakeld. Toen was het nog niet zo erg, maar bij de halve finale van de HWL kan een offday van Magic Mink betekenen dat Oranje kwalificatie voor de Olympische Spelen misloopt.

Iedereen weet toch dat de bal naar Mink van der Weerden gaat.

Marc Lammers over de corner van Oranje

Het is ook niet voor niets dat Caldas in samenwerking met specialisten als Taco van den Honert en Geert Jan Derikx specifiek de corner van Oranje onder handen neemt. Ook Lammers wijst op die noodzaak. "Er moeten meer alternatieven zijn, ja. Iedereen weet dat die bal toch naar Mink gaat. Er is verder geen variatie."

Strafcornervarianten

In zijn tijd bij België trainde Lammers wekelijks op de strafcornervarianten. Hij had bij het laatste WK meerdere mogelijkheden. Tom Boon was eerste keuze. Toen tweede man Loïck Luypaert vlak voor het toernooi geblesseerd raakte, had Lammers met Felix Denayer, Tanguy Cosyns en Alexandre De Saedeleer nog opties drie, vier en vijf achter de hand.

Lammers: "Je hoopt op een groot toernooi dat je dan twee of drie hele goede corners hebt die op dat moment kunnen scoren. Misschien zijn ze qua kwaliteit niet hetzelfde als Mink, maar er zit meer variatie in en je bent minder afhankelijk van éen speler. Met Loïck Luypaert en Tom Boon-die nu in Nederland veel scoort-ben je toch sterker dan als je er één hebt."

Ik zou als bondscoach willen dat bij de clubs onze eigen jongens de voorkeur krijgen.

Bondscoach Max Caldas over de buitenlandse specialisten bij de hoofdklasseclubs

Punt van zorg vinden zowel Lammers als Caldas is de opleiding van Nederlandse talenten. Bij de meeste topclubs in de hoofdklasse staan buitenlandse specialisten onder contract. Caldas is helder in hoe hij daarover denkt: "Ik kijk daar met gemengde gevoelens naar, om het zacht uit te drukken. Het is wel zo dat er bij die teams met buitenlanders erbij ook een Nederlandse jongen zit. Ik begrijp..of probeer te begrijpen dat clubs deze keuze maken. Maar ik ben er dus niet blij mee, nee. Ik zou als bondscoach willen dat onze eigen jongens de voorkeur krijgen. "

Buitenlandse pushers voeren de boventoon bij diverse hoofdklasseclubs

Saillant details is dat ook bij de clubs van de twee assistenten van Caldas, Alexander Cox en Russell Garcia, buitenlandse specialisten ook de voorkeur krijgen. Bij Bloemendaal was dat de afgelopen seizoenen Tom Boon. Bij Kampong krijgt Luypaert de voorkeur boven een van de opties bij Oranje, Martijn Havenga.

Veel buitenlanders

Lammers vult aan: "Het is een probleem van de laatste jaren. We halen heel veel buitenlanders die er goed in zijn, die laten we alle corners nemen. Dat is ook een van de redenen dat we naast Mink ook niet echt iemand hebben. De jonge jongens die het vroeger in de jeugd goed hebben gedaan, die komen in de hoofdklasse niet meer aan schieten toe."

Volgens Lammers gaat het zelfs nog verder dan dat: "De mannen hebben de laatste jaren weinig gewonnen. Op cruciale plekken in het veld, niet alleen de strafcorner, maar ook de laatste man en op de spitspositie staan steeds vaker de buitenlanders. En die verdringen onze talenten."

Caldas maakt zich voor Rio nog geen zorgen. Maar ook hij luidt wel de noodklok. "Als je kijkt naar de volgende vijftien jaar, dan hebben we een gat te dichten met de andere landen, ja."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl