NOS Nieuws

'Om me heen vielen doden en gewonden, ik wilde dood'

  • David Jan Godfroid

    Correspondent

  • David Jan Godfroid

    Correspondent

Door correspondent David Jan Godfroid in Rusland

Er twinkelen lichtjes in de ogen van Leonid Nikolajevitsj Zjilin als hij vertelt over hoe de Moskouse meisjes en vrouwen hem en zijn kameraden uit het Rode Leger knuffelden en zoenden op 9 mei 1945, de Dag van de Overwinning.

Of over die keer dat piepjonge verpleegsters bij Brjansk hem poedelnaakt onder de douche zetten om de modder en het bloed van hem af te wassen. Maar er zijn ook tranen om verloren kameraden, dood, verderf en lijden.

Leonid Nikolajevitsj is veteraan van de Grote Patriottische Oorlog, zoals de Tweede Wereldoorlog in Rusland wordt genoemd. Hij vocht van mei 1942 tot januari 1944 op allerlei fronten: Brjansk, Koersk, Oekraïne en Wit-Rusland.

Een granaatscherf in een van zijn benen maakte een einde aan zijn militaire loopbaan in de oorlog. Daarmee kwam Zjilin er nog genadig vanaf. Aan het eind van de oorlog telde de toenmalige Sovjetunie naar schatting 26 miljoen doden; onder hen een kleine 10 miljoen militairen.

IJskoud

"Ik haatte de Duitsers", zegt Leonid Nikolajevitsj, die opgroeide bij zijn grootouders in een dorp bij Leningrad (het huidige Sint-Petersburg). Allebei zijn ouders werkten; zijn vader in een bakkerij, zijn moeder op de tram.

"De nazi's hadden mijn favoriete lerares vermoord in het dorp waar ik was opgegroeid, omdat ze contact zou hebben met de partizanen", vertelt hij. "Ze hebben ons huis in brand gestoken en mijn familie en alle andere inwoners van het dorp verjaagd. Ze konden niets meenemen. Het was ijskoud."

Zjilin is opvallend levendig voor zijn 92 jaar. Zonder haperen vormen zijn woorden zinnen, zijn zinnen een verhaal. Zolang het om het verleden gaat, heeft hij een geheugen als een ijzeren pot en kent hij exacte data bij gedetailleerd omschreven gebeurtenissen. "Maar als je me vraagt waar ik mijn zakdoek heb neergelegd, dan weet ik het niet", zegt hij.

Mobilisatie

Net als voor iedereen in de Sovjetunie kwam de Duitse invasie op 22 juni 1941 voor Zjilin als een donderslag bij heldere hemel. De meesten hadden gehoopt dat het niet-aanvalsverdrag met nazi-Duitsland van bijna twee jaar eerder hun land een bloedige, uitputtende oorlog zou besparen. Het bleek ijdele hoop.

Hoewel hij dolgraag wilde, was Leonid op dat moment nog te jong om dienst te nemen. Hij moest drie maanden wachten op zijn mobilisatie. Voor zijn vertrek en dat van twintig anderen naar het verre Oezbekistan, waar zij hun opleiding aan de tankacademie zouden krijgen, werd er een afscheidsfeest georganiseerd. "Het was voor het eerst in mijn leven dat ik een meisje uit het dorp kuste", herinnert hij zich. Hij kwam van de opleiding af als derde luitenant en kreeg het bevel over een batterij 45mm-kanonnen.

'Ik wilde zo snel mogelijk dood.'

Zijn eerste aanval herinnert Zjilin zich nog als de dag van gisteren. "Het was zo angstaanjagend dat ik rechtop ben gaan staan tussen de kanonnen", vertelt hij. "Ik wilde dood. De granaten ontploften om me heen. Mijnen. Kogels floten. Om me heen vielen doden en gewonden. Het was zo afschuwelijk dat ik zo snel mogelijk dood wilde."

"Een commandant kwam naar me toe gerend en smeet me in de sneeuw. Hij schreeuwde: 'Wat doe je, wil je dood? En wie gaat het land dan van de fascisten bevrijden?' Hij vervloekte me. Op de een of andere manier kreeg ik het weer op een rijtje. Daarna ben ik nooit meer bang geweest."

Geluksmomenten

Er waren veel momenten van angst en lijden, maar soms ook van opperste opluchting en heel soms zelfs van geluk. Zoals toen ze zich hadden teruggetrokken van een plek die nog geen kwartier later door de Duitsers zwaar onder vuur werd genomen.

"De inslagkraters waren meters diep, de grond was omgewoeld. Van de huizen stond geen steen meer op de ander, maar wij waren ongedeerd." En bij de bevrijding van Oekraïne en Wit-Rusland: "Oh, zoals de mensen ons verwelkomden. Zonen, zonen, riepen ze. Ze tilden ons op, ze kusten ons."

Wreedheid

Historici discussiëren al sinds de wapens zwijgen over de vraag waarom er in de Sovjetunie zo onnoemelijk veel slachtoffers zijn gevallen. Velen van hen wijzen op Stalin, de meedogenloze leider. Zonder diens slecht overwogen strategie, domme beslissingen, eigenwijsheid en pure machtsmisbruik zou het aantal doden een stuk lager zijn geweest. Maar volgens Zjilin was er maar één oorzaak: de ongekende wreedheid van de Duitsers. Het stugge verzet van het Rode Leger was daaruit te verklaren.

"Er bestond ook een sterk gevoel van eenheid, een sterke vriendschapsband tussen de volkeren", zegt Zjilin. "Het hele land stond op. In mijn eenheid hadden we mensen van allerlei nationaliteiten: Russen, Wit-Russen, Oekraïners. Er was er zelfs een Moldaviër. Op divisieniveau was het zelfs nog interessanter. De commandant was een Oekraïner, kapitein Granj. De commandant van het hoofdkwartier, je gelooft het niet, was een zigeuner."

Onder vuur

En toen kwam januari 1944. Zjilin was overgeplaatst naar het Wit-Russische front en inmiddels bevorderd tot eerste luitenant. Hij kreeg het bevel om met een soldaat en een radiotelegrafist achter de vijandelijke linies de coördinaten van een Duitse artilleriebatterij te bepalen en door te geven. Dat lukte, maar op de terugweg kwamen ze onder vuur te liggen. De radioman kwam om, de soldaat bleef ongedeerd en Zjilin had een granaatscherf in zijn been.

Het lukte de soldaat om hem terug naar zijn eenheid te slepen. "De hospikken gaven me een tetanusinjectie. Ik gaf mijn geweer, mijn riem en mijn plunjezak af en ik vertelde ze wat ze aan de commandant moesten doorgeven. Daar is mijn oorlog geëindigd."

Hij werd technicus in de defensie-industrie, trouwde met een vrouw die in 1996 overleed, adopteerde zoon Sasja toen die zes was en woonde in een traditioneel ingerichte sovjetflat, die er nu nog net zo uitziet als toen hij erin trok. Een groot dressoir met achter de raampjes één enorme felicitatiekaart voor zijn negentigste verjaardag naast het boek De maarschalken van de Sovjet Unie.

Medailles

"Zal ik mijn jasje aandoen?", vraagt hij. Natuurlijk, want daar zijn al zijn onderscheidingen opgespeld. Driemaal de Orde van de Rode Ster voor buitengewone verdienste. Een aantal herinneringsmedailles en, de onderscheiding waar hij het trotst op is, een medaille voor betoonde moed.

  • David Jan Godfroid / NOS
    Zjilin heeft zijn jasje aangetrokken
  • David Jan Godfroid / NOS
    Het jasje hangt vol met medailles
  • David Jan Godfroid / NOS
    Kastjes in de woonkamer

Die kreeg hij voor een actie in maart 1943. Er moest 's nachts een dorp worden veroverd. De paarden die Zjilins kanonnen trokken konden niet verder. Ze stonden tot hun buiken in de sneeuw. De infanterie viel het dorp toch aan, maar werd teruggeslagen door twee tanks, die met de kanonnen makkelijk uitgeschakeld hadden kunnen worden. Maar die stonden dus een eind verderop vast in de sneeuw.

Zjilin en zijn mannen maakten een omtrekkende beweging, ontdekten een batterij met anti-tankgeschut en verjoegen de Duitse tanks met hun eigen wapens, waarna de infanterie het dorp alsnog kon innemen. "Als we dat dorp niet hadden bevrijd, zou ik naar een militair tribunaal zijn gestuurd", zegt hij nu. "Ik had immers het bevel om de artillerie naar het dorp te brengen niet opgevolgd. In het beste geval zou ik naar een strafbataljon zijn gestuurd, in het slechtste zou ik zijn geëxecuteerd." Het werd dus een medaille.

Na bijna een uur praten, kucht hij even en verontschuldigt zich voor het droge hoestje. Zoon Sasja brengt een beker water. "Hij woont hier alleen en doet alles nog zelf", vertelt die vol trots. "In de zomer woont hij in de datsja op het dorp. En daar geldt hetzelfde. Ik hoef hem zelden of nooit te helpen."

Oekraïne

We maken een enorme sprong van verleden naar heden. Naar buurland Oekraïne, waar een oorlog aan de gang is. Het is een gevecht tegen gewelddadige separatisten in het oosten van het land en tegen Rusland, zeggen de Oekraïense autoriteiten in Kiev. Oekraïense separatisten en de Russische propaganda spreken van een hernieuwde strijd tegen het fascisme van de Oekraïense ultra-nationalisten.

Leonid Nikolajevitsj zegt het ze na: "Er wordt daar tegen fascisten en het fascisme gevochten. Ik ben zo bezorgd. Onze divisie was geformeerd in Oekraïne, in Poltava. Oekraïners zijn echt onze broeders, ze zijn familie. Hier in Rusland zijn zoveel Oekraïners, zoveel gemengde huwelijken. Nu zeggen ze dat de gebieden in Oost-Oekraïne worden bezet door fascisten die zich als beesten gedragen. Het zal daar waarschijnlijk afschuwelijk zijn om als veteraan de straat op te gaan, met je medailles. Ze zullen je vermoorden."

Nieuwe Koude Oorlog

De gebeurtenissen in het buurland hebben tot een scheuring tussen oost en west geleid, een nieuwe Koude Oorlog. De verhoudingen zijn zo verziekt dat geen enkele westerse leider naar Moskou komt om mee te vieren dat 70 jaar geleden het Duitse fascisme werd verslagen.

"Jammer", vindt de man die daarvoor heeft meegestreden. "Maar ja, als je mensen uitnodigt en ze komen niet, wat doe je er dan aan? Het punt is dat ze de Amerikaanse president Obama gehoorzamen. Ze willen hun relatie met hem niet verpesten. Daarom komen ze niet."

Vlees in blik

Toch wil hij geen kwaad woord horen over de Amerikanen als zodanig. "Het waren onze bondgenoten, net als de Britten." Ze wachtten dan wel erg lang met de opening van een tweede front (tot juni 1944), maar ze steunden het Rode Leger wel op andere manieren.

"We waren dol op Amerikaans vlees in blik", zegt Zjilin. "Ze stuurden trucks, Studebakers, en andere voertuigen, waardoor we de kanonnen niet meer met paarden hoefden te verslepen. Om eerlijk te zijn ben ik dankbaar voor de hulp die de Amerikanen en de Britten ons gegeven hebben."

Moeilijke momenten

Dat gebeurde dus allemaal meer dan zeventig jaar geleden. Vandaag viert Leonid Nikolajevitsj de overwinning in de Grote Patriottische Oorlog als altijd in het Moskouse Gorki Park. Hij weet wat hem te wachten staat: "Iedereen begroet ons met bloemen. Het meest aandoenlijke is het als kinderen dat doen."

Maar de tijd heeft zijn tol geëist. Vorig jaar zaten er nog maar vijf veteranen aan tafel, samen met kinderen en kleinkinderen van degenen die al zijn overleden. "Ja, dat zijn moeilijke momenten", zegt Zjilin. "Ik weet niet hoeveel het er dit jaar zullen zijn."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl