Veel Nederlandse leerlingen ongemotiveerd
Veel Nederlandse leerlingen lijken geen plezier in het leren te hebben en ervaren het recht op onderwijs als een plicht. Ze vinden het leuk om op school andere leerlingen te ontmoeten, maar voor de lesstof is er geen enthousiasme. Inspecteur-generaal Monique Vogelzang schrijft dat in het voorwoord van haar verslag over de staat van het onderwijs in het afgelopen schooljaar, dat aan de Tweede Kamer is aangeboden.
Motiveren
In het Onderwijsverslag 2013/2014 staan de bevindingen van de schoolbezoeken van de inspecteurs. Het gebrek aan motivatie wordt in het hele onderwijs als een knelpunt gezien. Veel docenten geven toe dat ze het moeilijk vinden hun klas te motiveren. Vier op de tien docenten in de onderbouw van de middelbare school achten zichzelf onvoldoende in staat ongemotiveerde leerlingen warm te laten lopen voor de lesstof. Vooral voor wiskunde en lezen kunnen veel leerlingen geen belangstelling opbrengen.
Presteren
Inspecteur-generaal Vogelzang vraagt zich af waarom de leerlingen minder gemotiveerd zijn dan in de omringende landen, of de lessen te saai zijn en of de leerlingen wel genoeg worden uitgedaagd.
Tegelijkertijd constateert ze ook dat de leerlingen goed presteren in vergelijking met die in de buurlanden en dat de meeste leerlingen tevreden zijn over hun school of opleiding. Die tevredenheid neemt toe naarmate de opleiding hoger wordt.
Selectie
Vogelzang is in het algemeen tevreden over het niveau van het onderwijs in Nederland. Het aantal zittenblijvers op de basisschool en in het middelbaar onderwijs daalt en het aantal leerlingen en studenten dat een diploma haalt op het mbo en het hoger onderwijs stijgt.
Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs vinden de constatering dat scholen en opleidingen strenger selecteren zorgwekkend. In de eerste jaren van het hoger en voortgezet onderwijs is er veel uitval van leerlingen. Op de universiteiten hebben studenten die in het tweede jaar zijn gekomen een grotere kans op een diploma. Op het hbo ziet de inspectie die samenhang niet.
Bussemaker en Dekker zeggen dat de inspectie goed moet letten op de negatieve effecten van de strenge selectie, omdat het onderwijs toegankelijk moet blijven voor iedereen, "ook voor leerlingen die later tot bloei komen".