Meer hulp voor werkloze migrantenjongeren
Laagopgeleide migrantenjongeren hebben weinig geprofiteerd van de speciale aanpak jeugdwerkloosheid. Zij zijn nog steeds twee keer zo vaak werkloos als autochtone jongeren. Dat blijkt uit de evaluatie van de aanpak jeugdwerkloosheid die minister Asscher vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Voormalig Kamerlid Mirjam Sterk (CDA) werd in 2013 aangesteld als ambassadeur jeugdwerkloosheid. Zij reisde stad en land af om ondernemers en jongeren met elkaar in contact te brengen. In totaal vonden 23.000 jongeren wel werk of een stage door de extra aandacht die er de afgelopen twee jaar is geweest voor jeugdwerkloosheid.
Critici zeggen dat vooral de hoger opgeleide jongeren hebben geprofiteerd van de speciale aanpak. Zij werden er als eerste uitgeplukt door werkgevers. Maar de moeilijk te plaatsen groep laagopgeleide migrantenjongeren wist veel minder te profiteren.
Baan, leer-werkplek, stageplek
Naar schatting 50.000 jongeren hebben geprofiteerd van de regionale aanpak jeugdwerkloosheid. Bijna de helft van die jongeren heeft een baan, een leer-werkplek of een stageplek gevonden.
Nog eens 9000 jongeren worden voorbereid op een opleiding of een baan door extra coaching. Ook is het aantal schoolverlaters sterk teruggebracht.
Er werd door het ministerie van Sociale Zaken 25 miljoen euro verdeeld over 35 arbeidsmarktregio's. Daar kwam nog eens 41 miljoen euro Europese subsidie bij. Met dat geld zijn projecten opgezet om werkloze jongeren aan het werk of weer naar school te krijgen. En werkgevers zijn gestimuleerd om jongeren aan te nemen.
Buurtgerichte aanpak
Er blijft speciale aandacht voor jeugdwerkloosheid. Vooral laagopgeleide migrantenjongeren moeten dat merken. Van deze groep is 30 procent, ondanks de dalende jeugdwerkloosheid, nog steeds werkloos. Met honderd werkgevers worden daarom afspraken gemaakt om jongeren zo snel mogelijk aan de slag te krijgen.
Zo komt er een buurtgerichte aanpak om te voorkomen dat jongeren tussen de wal en het schip raken. Ook zijn er afspraken gemaakt met wethouders in Den Haag, Amsterdam, Eindhoven, Leeuwarden en Zaanstad om de kans op werk voor jongeren te vergroten.