'Geen graaicultuur, maar inlevercultuur bij ABN'

De top van ABN Amro krijgt niet meer, maar juist minder loon, zegt bestuursvoorzitter Gerrit Zalm. Hij vindt de kritiek op de salarisverhoging van de leden van de raad van bestuur dan ook niet terecht. "Ze leveren in ten opzichte van het contract dat ze hadden."

Uit het vandaag gepubliceerde jaarverslag bleek dat de bestuursleden vorig jaar 707.500 euro verdienden. Een jaar eerder was dat 17 procent minder, namelijk 607.500 euro. Volgens Zalm is de loonsverhoging doorgevoerd om de raad van bestuur te compenseren en valt de regeling binnen een wet die door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Andere regeling

In die wet staat dat topbestuurders van banken die staatssteun ontvangen geen variabele beloning meer mogen krijgen. Iets wat daarvoor wel mocht en ook in het arbeidscontract van de bestuurders stond. Bij goede prestaties konden die daardoor maximaal 50 procent extra verdienen in bonussen.

In de wet werd daarom opgenomen dat vanaf 2012 eenmalig het vaste loon mocht worden verhoogd met maximaal 20 procent. "Dat hebben we met 16,7 procent niet volledig benut", zegt Zalm.

Kritiek

Vakbond De Unie spreekt van "sprinkhanengedrag" bij ABN Amro en wijst erop dat er de afgelopen jaren veel personeel is ontslagen en de lonen niet zijn gestegen. Zalm vindt die kritiek onterecht. "Zij kunnen nog steeds een variabele beloning krijgen. Als dat niet meer zou kunnen, dan zouden ze ook wel compensatie willen."

Hij benadrukt dat de leden van de raad van bestuur de afgelopen jaren alle doelstellingen hebben gehaald en dat er geen sprake is van een graaicultuur, maar van een inlevercultuur. "Als je 50 procent kwijtraakt en je krijgt er 17 procent voor terug, dan lever je aardig in."

Het loon van Zalm zelf is niet gestegen. Hij heeft andere afspraken gemaakt toen de bank werd opgekocht door de staat. "Mijn beloning is afhankelijk van de verkoop van ABN Amro, en zover zijn we nog niet", aldus de topman.