Getrapte verkiezingen, wat zijn dat?
Nederland kiest vandaag 570 Provinciale Statenleden, maar indirect ook een nieuwe Eerste Kamer. Want de statenleden stemmen op hun beurt op 26 mei op een senator.
Zij zullen vaak een persoon van hun eigen politieke partij kiezen, oftewel de uitslag van vanavond volgen. Maar dat is niet altijd het geval. Er kan nog van alles gebeuren.
Een aantal statenleden houdt de kaarten voorlopig nog tegen de borst. Dat zijn vaak vertegenwoordigers van regionale partijen die geen landelijke afdeling hebben.
Blauwe pen
Een aantal regionale partijen, zoals de Fryske Nasjonale Partij en de Ouderenpartij Noord-Holland, is vertegenwoordigd in de Onafhankelijke Senaatsfractie. Die heeft nu één zetel in de Eerste Kamer.
Maar lang niet alle regionale partijen horen bij de OSF. En er zijn ook statenleden die om andere redenen over hun stem twijfelen. Zo heeft het Zeeuwse statenlid Robesin bij de vorige verkiezingen besloten om voor de coalitie te stemmen in plaats van op zijn eigen partij.
Bovendien kan er in het stemhokje nog van alles misgaan. Zo stemde een D66-statenlid in 2011 niet met een rood potlood maar met een blauwe pen, waardoor zijn stem niet gold.
Campagne
De Eerste Kamerverkiezingen spelen deze keer een grotere rol dan ooit tevoren. Het draaide in de campagne van de afgelopen weken nauwelijks om de provincies, maar vooral om het kabinet en de steun in de Eerste Kamer.
Vanavond, na het sluiten van de stembureaus, zal ongeveer duidelijk zijn hoe die nieuwe Eerste Kamer eruit komt te zien. Maar daar is wel het nodige rekenwerk voor nodig.
Om te beginnen heeft niet elk statenlid een even zware stem. De zogenoemde stemwaarde hangt samen met het aantal inwoners van een provincie. Dat wil zeggen dat de stemwaarde van statenlid uit de dichtstbevolkte provincie, Zuid-Holland, veel hoger is dan die van een statenlid uit Zeeland of Flevoland.
Provincie | Inwonertal | Aantal Statenleden | Stemwaarde |
Zuid-Holland | 3.600.784 | 55 | 655 |
Noord-Holland | 2.762.163 | 55 | 502 |
Noord-Brabant | 2.489.325 | 55 | 453 |
Gelderland | 2.026.393 | 55 | 368 |
Utrecht | 1.263.509 | 49 | 258 |
Overijssel | 1.140.659 | 47 | 243 |
Limburg | 1.118.054 | 47 | 238 |
Fryslân | 646.324 | 43 | 150 |
Groningen | 584.104 | 43 | 136 |
Drenthe | 488.611 | 41 | 119 |
Flevoland | 401.503 | 41 | 98 |
Zeeland | 381.717 | 39 | 98 |
Vervolgens moet er een ingewikkelde rekensom worden gemaakt. De uitkomst daarvan kan vanavond nog niet met honderd procent zekerheid worden gegeven, omdat er nog te veel onzekere factoren zijn.
stemmen per provincie (op 26 mei) | x | stemwaarde | = | stemcijfer |
opgetelde stemcijfers | : | 75 senaatszetels | = | kiesdeler |
Aan de hand van de kiesdeler kan worden berekend hoeveel zetels elke partij krijgt. Maar de kiesdeler levert geen ronde getallen op. Er blijven restzetels over.
De eerste restzetel gaat naar de partij of lijstverbinding met het grootste gemiddelde aan reststemmen.
De volgende restzetel gaat naar de partij of lijstverbinding met het een-na-grootste gemiddelde aan stemmen. Enzovoorts.
Deze procedure wordt herhaald tot het aantal van 75 senaatszetels is behaald.