Het Maagdenhuis in 1969: van bezetting tot ontruiming
Het Maagdenhuis kent een lange geschiedenis van bezettingen. De eerste en bekendste bezetting in 1969 werd door de politie hardhandig beëindigd.
Tot aan de jaren 70 hadden studenten geen invloed op de besluitvoering van hun onderwijsinstelling. Bestuurders en docenten maakten de dienst uit en van inspraak was geen sprake.
Eind jaren 60 ontstond er een maatschappelijke beweging die meer inspraak en democratie eiste. Studenten sloten zich bij deze beweging aan en voerden steeds vaker actie. Dat leidde in 1969 tot de bezetting van het Maagdenhuis.
Bij de acties in Amsterdam waren zo'n 700 studenten betrokken. Ze eisten democratisering en meer zeggenschap over vorm en inhoud van hun studie. De eerste bezetting van het Maagdenhuis duurde vijf dagen, van 16 tot 21 mei.
De politie probeerde de studenten te ontmoedigen door het Maagdenhuis volledig af te sluiten. De hoop was dat de bezetters uiteindelijk door honger en dorst zouden opgeven. Maar de studenten wisten via de universiteitsbibliotheek water en voedsel binnen te smokkelen.
Na vijf dagen besloot de politie op te treden. Op 21 mei 1969 viel de politie om 9 uur 's ochtends het Maagdenhuis binnen en maakte hardhandig een einde aan de bezetting.