'Klaar voor de laatste stappen naar Rio'

De Nederlandse baanwielrenners keerden met een onverwacht rijke oogst van vier medailles (één goud, twee zilver en één brons) terug van de WK in Saint-Quentin-en-Yvelines. "In de volle breedte zijn we klaar om de laatste stappen naar Rio te zetten", constateert KNWU-directeur Huib Kloosterhuis.

"Het is prachtig dat die jongere generatie zo enorm snel naar boven is gekomen. Maar tegelijkertijd heeft ook Kirsten Wild fantastisch gepresteerd", aldus Kloosterhuis. En dat terwijl het budget sinds de Olympische Spelen van Londen is gehalveerd.

Materiaal en talent

Het NOC*NSF heeft het budget sinds 2012 teruggebracht naar zes ton per jaar. Bovendien rijden de baanwielrenners hun rondjes op een fiets die niet veel verschilt van de fiets die in 2008 op de Spelen in Peking werd gebruikt.

"Het grappige om te zien is dat je met een gepassioneerde technische staf en enorm veel talent die stap naar de wereldtop kan maken", zegt Kloosterhuis. "Nu je daar zo dicht tegenaan zit, gaat het om de hele puzzel. Dat stukje van de fiets is daar een belangrijk onderdeel van. Maar uiteindelijk is het talent het grote, belangrijke onderdeel."

Een fiets of een surfplank

Baanrenner Jeffrey Hoogland, die in Frankrijk net naast brons greep op de sprint, denkt dat er nog wel iets te verbeteren valt. "In materiaal, of desnoods nog in de voorbereiding. Maar daar ga ik dan weer niet over."

Of er nog geld bij komt voor de baanwielrenners, moet de tijd leren. KNWU-directeur Oosterhuis: "NOC*NSF heeft één pot met geld die verdeeld moet worden over alle bonden. Uiteindelijk is de keuze die moet worden gemaakt: bouwen we een nieuwe fiets, of nieuwe banden, een nieuw stuur, of een boot of een surfplank?"