Topman KLM: ook Air France vloog over Oost-Oekraïne
In de periode voor de ramp met de MH17 vloog Air France net als KLM over Oost-Oekraïne. Dat zegt KLM-topman Pieter Elbers. Volgens hem is het een hardnekkig misverstand dat Air France het gebied toen al een tijd meed. Het klopt wel dat sommige andere maatschappijen al een paar maanden niet meer over Oost-Oekraïne vlogen.
Het is voor het eerst dat de KLM-top zich wat uitgebreider uitlaat over de ramp. De vlucht van Malaysia Airlines was een zogeheten codeshare met KLM, een gezamenlijke vlucht, met code KL4103.
Zelfde risico-afweging
"Air France en KLM hebben exact dezelfde risico-afweging gemaakt", zegt Elbers. "Wij baseren ons primair op de informatie van de landen die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid in hun eigen luchtruim. Daarnaast verzamelen we informatie van andere bronnen. Die informatie consolideren we om uiteindelijk te komen tot een afweging."
"Oekraïne heeft zijn luchtruim vrijgegeven en daar vlogen dus alle luchtvaartmaatschappijen doorheen. Dit soort processen werken met staten die hun eigen luchtruim vrijgeven of bepaalde restricties of vluchthoogtes aangeven."
"Ik ben heel blij dat er nu onderzocht wordt welke informatie er precies was. Wellicht heeft dit onderzoek toegang tot bronnen waar wij geen toegang toe hebben. Ik wil niet vooruitlopen op de uitkomsten van dat onderzoek."
Wapens
In mei kwamen de eerste signalen dat separatisten in Oost-Oekraïne wapens hadden om vliegtuigen uit de lucht te halen. Het luchtruim werd toen onder de 7925 meter gesloten voor de burgerluchtvaart. Daarboven mocht men blijven vliegen.
Half juli werden er twee toestellen neergehaald boven het gebied, een Antonov-transportvliegtuig op 14 juli en een gevechtsvliegtuig op 16 juli. Een Oekraïense regeringswoordvoerder lichtte na het neerhalen van de Antonov een aantal diplomaten van bevriende landen in, waaronder Nederland. De Nederlandse overheid speelde de informatie niet door naar luchtvaartmaatschappijen, zo bleek onlangs bij de beantwoording van Kamervragen.
Na het neerschieten van de Antonov oordeelde de luchtverkeersleiding in Kiev dat het luchtruim nog steeds veilig genoeg was voor de burgerluchtvaart, al moesten toestellen voortaan wel op een hoogte vliegen van tenminste 9,7 kilometer. Op 17 juli werd de MH17 neergeschoten. Onderzoeken naar de oorzaak lopen nog.