'Rembrandts beste werken van na de Nachtwacht'
Jeroen Wielaert
Verslaggever
Jeroen Wielaert
Verslaggever
Op oudere leeftijd heeft hij zichzelf niet mooier geschilderd dan hij was, in zelfportretten vol rimpels en plooien, met baretten op zijn ordeloze grijze haardos. Rembrandt, als een 17e-eeuwse Keith Richards.
De vergelijking spreekt Rijksmuseum-directeur Wim Pijbes wel aan. "Ja, Rembrandt is wat mij betreft een Rolling Stone die, zonder zich van iemand iets aan te trekken, gewoon schildert of zijn leven ervan afhangt. En hoe je actief blijft, levend blijft, vitaal en haast met doodsverachting je leven leeft."
Pijbes overpeinst het in vooruitblik op de grote tentoonstelling Rembrandt, de late jaren die op 12 februari opengaat. Het zijn schilderijen, tekeningen en etsen van na de Nachtwacht uit 1642.
Pijbes heeft er geen moeite mee om te zeggen dat al dat latere werk interessanter is dan die wereldberoemde publiekstrekker. "Na de Nachtwacht breekt zijn bloei aan en maakt hij zijn beste werken, als hij als kunstenaar echt vrij is en niet meer werkt in opdracht van", zegt hij.
In de privésfeer gaat er van alles fout. Het is een grote misère. Maar voor een kunstenaar komt dan het paradoxale om uit diepe krochten de inspiratie te halen.
In de omvangrijke nieuwe tentoonstelling komt al het oude werk als nieuw tevoorschijn: de Staalmeesters, het Joodse Bruidje, de zelfportretten - alsof ze nooit zijn weggeweest uit de stad waar Rembrandt ze schilderde, waar hij leefde, failliet ging, opveerde en stierf.
"De ondertitel van de tentoonstelling zou kunnen zijn: Rembrandt na zijn bankroet", zegt Pijbes. "Want wat was er aan de hand? Het is 1654. Hij geeft meer uit dan hij verdient. Op zeker moment moet hij de boel verkopen. In de privésfeer gaat er van alles fout. Kinderen overlijden, vrouw weg, het is een grote misère. Maar voor een kunstenaar komt dan het paradoxale om uit diepe krochten de inspiratie te halen om tot de ware kern te komen. Dat zie je aan zijn latere werk."
Rembrandt is dan niet alleen meedogenloos voor zichzelf. Hij gaat de straat op, schildert een opgehangen jonge vrouw, het karkas van een rund. Rauw realisme, voor die tijd hogelijk modern. Het waren de observaties van een gerijpt genie met lak aan conventies. Een kunstenaar die zich na de last van de schulden vrij voelde om zich extra te laten gaan, als kunstenaar en als mens.
Hij was geen eerbiedwaardige oude meester. Pijbes heeft genoeg kennis van de rafelranden van de man. Hij was niet zo heilig als hij nog altijd wordt geëerd. Inderdaad: Rembrandt was rock-'n-roll.