We slapen steeds minder
Dat de duur en de kwaliteit van de slaap van Nederlanders de laatste jaren achteruit zijn gegaan, valt niet met harde cijfers te bewijzen. Maar uit het onderzoek van Gerard Kerkhof blijkt dat het slaapgedrag van de Nederlanders ongeveer overeenkomt met dat van de Amerikanen. En van hen staat vast dat ze sinds de jaren 60 gemiddeld 1 à 2 uur minder zijn gaan slapen.
De toename van het slaapgebrek valt ook waar te nemen in de slaapcentra. De grote Nederlandse slaapcentra onderzochten en behandelden aan het begin van de eeuw nog zo’n 1000 à 1500 mensen per jaar. Nu zijn dat er twee keer zoveel. Bovendien zijn er veel kleine slaapcentra bijgekomen.
Slaapgebrek kan veel oorzaken hebben
Slaapgebrek kan veel oorzaken hebben. Voor een deel heeft het te maken met erfelijke aanleg. Daarnaast kunnen slaapproblemen het gevolg zijn van financiële moeilijkheden, stress op het werk, relationele problemen, de consumptie van koffie en alcohol, herrie en licht van buiten, het snurken van de partner en 'life events': emotionele gebeurtenissen als het verlies van naasten of een scheiding.
Maar de belangrijkste oorzaak van het toenemende gebrek aan slaap lijkt toch wel de groeiende neiging om permanent alert te blijven. Meer mensen dan voorheen werken tot laat in de avond door, en vooral jongeren blijven permanent beschikbaar voor prikkels uit hun apparaten.
Doordat mensen te laat bezig blijven, gaan ze te laat slapen, en als ze eenmaal slapen is de kwaliteit van de slaap minder doordat hun hersenen te actief blijven.
De belangrijkste oorzaak van het gebrek aan slaap lijkt toch wel de groeiende neiging om permanent alert te blijven
Dat wordt allemaal nog versterkt door het blauwe licht dat apparaten als smartphones en tablets verspreiden. Pas sinds enkele jaren is bekend dat de biologische klok – die het slaapritme regelt – extra gevoelig is voor dit blauwe licht.
Blauw licht geeft de hersenen meer dan ander licht het signaal actief te blijven. Het onderdrukt de productie van melatonine, waardoor we minder slaperig worden, later gaan slapen, en de eerste uren ook minder diep slapen.
Mogelijk verklaart dit ook dat bij de drogist steeds meer melatoninetabletten worden verkocht. Zulke tabletten kunnen helpen, maar experts zijn het erover eens dat dit alleen het geval is als het in de juiste hoeveelheden en vooral op de juiste tijdstippen wordt ingenomen. Dat moet individueel worden bepaald.
Zeker is dat melatonine geen slaapmiddel is en dat inname vlak voor het slapen nauwelijks of geen meetbaar effect heeft.