Een van de foto's uit het rapport
NOS Nieuws

Vergeten list met de nazi-rassenleer

Door redacteur Lambert Teuwissen

Het was een gedurfde actie. Midden in de Tweede Wereldoorlog probeerden Sefardische Joden uit Nederland te overleven door de rassenleer van de nazi's te gebruiken. Het Teylers Museum besteedt in de tentoonstelling Op het eerste gezicht aandacht aan deze Aktie Portugesia, waar NIOD-medewerker Jaap Cohen onderzoek naar deed.

Het plan was geënt op een onderzoek uit de jaren 30 over de twee verschillende groepen Joden in Nederland. Daaruit bleek dat de Sefardim, die in de zestiende eeuw uit Spanje en Portugal waren verjaagd, er anders uitzagen dan de Asjkenazim, die in de loop der eeuwen vanuit Duitsland en Oost-Europa waren geëmigreerd.

Doordat de Inquisitie de Portugese Joden in eerste instantie gedwongen had bekeerd, was die groep op het Iberische schiereiland vermengd geraakt met katholieke bevolkingsgroepen. Het belangrijkste onderscheid was dat Sefardim-schedels langwerpiger waren dan die van de Asjkenazim, luidde de conclusie van antropologen. Ook hadden ze niet de kenmerkende "neus der Joden".

Pseudowetenschap

Toen de Jodenvervolging begon in Nederland, grepen Portugese Joden in vooral Amsterdam en Den Haag het onderzoek aan om een uitzonderingspositie te krijgen. Ze schreven Hans Calmeyer, de Duitse ambtenaar die in Nederland over twijfelgevallen ging. Hoewel hij de macht niet had om alle 4500 aanvragers ineens tot niet-Jood te verklaren, wilde hij wel een tijdelijke vrijstelling geven totdat zijn bazen in Duitsland uitsluitsel konden geven.

Intussen werkte de Portugees-Joodse gemeenschap aan verder bewijsmateriaal. 375 vrijwilligers werden opgemeten, zodat 31 lichaamskenmerken konden worden vergeleken met de bestaande pseudowetenschappelijke literatuur uit Duitsland over Joden.

In het onderzoek werden ook tientallen portretfoto's opgenomen van Nederlandse Sefardim, met een omschrijving van hun gezichten. Hun "Moorse uiterlijk", "sprekende intelligente blik" of "krachtige en brede kin" moest de nazi's overtuigen.

Razzia

De Portugese Joden waanden zich veilig. Bijna niemand van de groep aanvragers dook onder, ervan overtuigd dat het onderzoek hen veiligheid bood. De razzia van 1 februari 1944 kwam voor hen totaal onverwacht. Ook de Joden van de Calmeyers Portugezenlijst verdwenen naar Westerbork.

De oorlog had de Sefardim ingehaald. Berlijn had drie SS'ers gestuurd om een oordeel te vellen. In Westerbork moesten de Joden langs hen lopen in een"stamboekveemonstering", zoals een van de Joden het omschreef.

Het rapport, de foto's en de vergelijkingstabellen maakten geen indruk op de SS'ers. Deze groep was gemengd geraakt met Asjkenazim en had zich bovendien 'joods gedragen'. Met de conclusie "Rassisches Untermenschentum" belandde de vrijstelling in de prullenbak. De groep ging naar Theresienstadt en daarna grotendeels door naar Auschwitz.

In de ban

Na de oorlog wilde niemand meer aan de Aktie Portugesia worden herinnerd. De reddingspoging zou impliciet de rassenleer van de nazi's hebben goedgepraat. Het plan van een van de onderzoekers om te promoveren op zijn bevindingen, werd afgeblazen.

Arie de Froe, die in 1943 met craniometer en krompasser gegevens had verzameld, wilde er slechts één (vertrouwelijk) interview over geven, aan historicus Jacques Presser. Zijn verdediging luidde dat de Aktie Portugesia in ieder geval niet had bijgedragen aan het noodlot van de overige Joden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl